Reisverhaal «Can 5»
Canada & Noord Amerika
|
Canada
|
0 Reacties
03 Juli 2017
-
Laatste Aanpassing 12 Juli 2017
Can 5
03/07. Zonnig met wolkjes en tot 29ºC. Het was doenbaar om met dit weer te rijden. Vanmorgen hadden we nog even wat miezerige regen maar die droogde al snel op. We reden eerst naar Dauphin om nog wat drinkwater in te slaan en in de bibliotheek de blog bij te werken want dat was al weer twaalf dagen geleden. Vandaar oostwaarts via Eddystone en via de “Lake Manitoba Narrows” verder zuid-oost naar Eriksdale en Stonewall. Dan gaat het weer oostwaarts via Beausejour tot Whitemouth waar we op de gratis camping van het dorpje zullen overnachten. De campingplaats stelt eigenlijk niet veel voor en de plaats is vrij beperkt. Misschien is dit wel bewust gedaan om de grote supercampers en auto’s met lange “sleepkastelen” geen toegang te geven. Voor Mwenzi is het echter ideaal en, zoals later bleek, ook voor een VW-busje camper (T2 model).
Dit is eigenlijk voorbeeldig. Er zijn voldoende toiletten, elk met wasbakken, zeep, papier en een dispenser met ontsmettende handgel. Een voorbeeld zelfs voor veel campings waar moet betaald worden. We gaan dan ook een klein dankbriefje achtergelaten voor de plaatselijke Lions-Club.
Het is nu 18u30 en het is buiten nog een goede 26ºC. De zon zal pas na 21u15 ondergaan. We zetten dus alle ramen open om te verluchten en gaan buiten zitten. De kampeerplaats is aan de hoofdweg gelegen maar we verwachten niet veel gerij vannacht. Deze weg, ook wel MB-44 genummerd is eigenlijk de “Historic Highway 1” een oud gedeelte van de Trans-Canada Highway die we morgen, ter hoogte van de provinciegrens met Ontario zullen bereiken. De Trans-Canada Highway werd in 1963 afgewerkt en loopt over 7821km. Maar we zullen er maar een deel van berijden…Gereden 505km.
04/07. ’s Morgens zon, na de middag regen en onweer, ’s avonds weer droog, tot 26ºC. Na Ontario te zijn binnengereden via een erbarmelijk slechte weg die toch wel vrij belangrijk is, zijn we even “Kenora” binnengereden. Het ligt aan een heel groot meer, het “Lake Of The Woods”. Het centrum van Kenora stelt niet veel voor en dus zijn we kort na de lunch doorgereden. Onderweg ontelbare meertjes en meren gepasseerd. Soms een riviertje overgestoken waar Bevers al actief waren. De ON-17 is één van de weinige wegen die door het zuidelijk deel van Ontario loopt en wordt ook, net als de MB-11 en de ON-11, de “Trans Canada Highway” genoemd. De zijwegen van deze hoofdbaan zijn meestal gravelwegen. In het noorden, en dan spreken we van meer dan tweederde van de oppervlakte van de provincie zijn en geen wegen. Het merendeel van het transport gaat dan per vliegtuig(jes). De kleine watervliegtuigjes die men in Alaska zoveel ziet worden ook hier veel ingezet. Dat zagen we ook al in Kenora. Ontario heeft met z’n
Onze reis gaat verder via “Dryden” en verschillende kleine nederzettingen waar nauwelijks bewoning is. Aan een rustplaats langs de weg houden we halt en we beslissen om hier te overnachten. We zitten op ongeveer 40km van “Ignace”. Gereden: 334km.
05/07. Zonnig en bewolkt en tot 30ºC. We vervolgen onze weg via de Trans-Canada Highway via “Upsala” en “Finmark” waardoor we, ook omwille van het landschap, de indruk kregen ergens in Finland te zijn. Die indruk werd nog versterkt door een Wolf die de weg kwam oversteken. Nonchalant wandelde die verder de bossen in. Maar goed dat er niet veel verkeer op deze weg zat. 100km verder was het weer prijs, ditmaal een Veelvraat die op nog geen 50 meter voor ons de weg overstak. Het leek wel de dag van de predator-waarnemingen te worden. Maar daar zou het bij blijven.
In “Thunder Bay”, een stadje aan het grote “Lake Superior”, zoeken we de plaatselijke KOA-camping op. Gereden: 288km.
06/07. Zonnig en bewolkt en tot 28ºC. Vandaag een bezoek gebracht aan “Thunder Bay”, vroeger een belangrijke transitplaats voor al het graan dat op de voormalige prairies werd geoogst. Hier stonden de grootste “grain elevators” van Canada. Ze staan er nog… weg te rotten. Een andere opmerkelijkheid is “Little Suomi”, een stadsbuurt waar de Finse cultuur nog hoog in het vaandel gedragen wordt. Finse inwijkelingen waren vanaf de jaren 1870 op de vlucht voor de Russische Tsaar. Later vanaf 1917 gingen anderen op de vlucht voor de Bolsjewieken. Beide groepen vluchtelingen leven nu (vredig) samen in Thunder Bay’s “Little Suomi”. We dachten gisteren al, nog ver vóór Thunder Bay, dat we hier Finse indrukken opdeden. Voor de rest heeft het stadje niet veel te bieden, geen gezellige hoekjes, geen leuke wandelroutes langs de baai… gewoon saai. Morgen vertrekken we richting Montréal in Quebec. Gereden: 56km.
07/07. Zonnig met bewolking en tot 25ºC. Vanmorgen om 8u. uit Thunder Bay noord-oost vertrokken. In “Nipigon” het VC binnengestapt om de problemen met het bestellen van vliegtickets voor de terugreis, op te lossen. Allemaal te wijten aan de zeer povere, bijna onbestaande, wifi-verbinding van de KOA-camping. Maar gelukkig waren we nog op tijd om alles recht te zetten dankzij de goede internet verbinding op het VC. Waar een klein dorpje groot in kan zijn…
Onze weg vervolgd via “Greenstone”, even geluncht op een boswegel onderweg, “Hearst”, “Kapuskasing” tot kort voor “Smooth Rock Falls” waar we aan een pick-nic plaats zullen overnachten. We reden vandaag de hele tijd op de eerder genoemde “Trans-Canada Highway” en we zagen die vandaag is al z’n hoedanigheden. Van een goede, tweevaksbaan in elke richting met een zeer brede middenstrook tot een uitgebeende twee-richtings betonweg waarvan geen vierkante cm nog horizontaal ligt. We schreven het enkele dagen geleden al, de weg werd in 1963 afgewerkt… vermoedelijk dateren een aantal stukken nog uit die tijd. Op veel plaatsen worden dan ook verbeteringswerken uitgevoerd die voor heel wat oponthoud zorgen. Opvallend ook is dat op al die verschillende ‘interpretaties’ van de highway slechts 90 km/h mag gereden worden. Bij werkzaamheden valt die terug tot 60- of 70 km/h en doorheen de vele gehuchten mag slechts 60 km/h worden gereden. Doorheen drukker bewoonde centra is dat uiteraard maar 50 km/h. Voor snelheidsovertredingen kunnen flinke boetes uitgeschreven worden en we zien regelmatig politiewagens stiekem opgesteld op kritische plekken. Wat niet wil zeggen dat iedereen zich stipt aan de snelheden houdt. Als we dat zelf doen, komt iedereen ons gegarandeerd voorbijgestoken, ook de superlange vrachtwagens!
We zagen vandaag ook veel groen, honderden kilometer door bossen, langs meren, rivieren en kreken. Maar niet te vergeten, er wordt nog steeds op grote schaal bos gekapt. Het aantal grote vrachtwagens, geladen met boomstammen (sparren) is niet meer te tellen en regelmatig zie je, achter een dun gordijntje sparren die langs de weg mochten blijven staan, grote, leeggekapte oppervlaktes. Roofbouw lijkt ons een geschikte term.
De enige opvallende dieren die we vandaag zagen waren enkele koppels Kraanvogels, foeragerend in de wegberm, soms met een nog jonge vogel erbij. Het is de bruine variant, de noordelijke variant van de “Sandhill Crane” (Grus canadensis), de zogenoemde “Lesser of Northern Sandhill Crane”. Alhoewel er in centraal Canada nog een ‘tussenliggende’ populatie voorkomt. Specialistenwerk dus en meteen spijtig dat we geen opnames konden maken. Veel te gevaarlijk om in de wegkant te gaan staan. Reisduur: 8u2’ met een gemiddelde van 79 km/h. Dank U Mwenzi. Gereden: 636km
08/07. Zon en weinig bewolking, tot 25ºC. We vergaten gisteren nog te vermelden dat de bloemenvelden in de bermen van de highway onvergetelijk zijn. Een veelvoud aan plantensoorten geven prachtige kleurenboeketten. De bermen zijn hier, net als langs de grote wegen in Alaska, naar onze maatstaven, zeer breed. Tot wel 30 meter. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de veiligheid. Er leeft in de aanpalende bossen nogal wat groot wild, vooral Eland en die dieren zie je best al vanop een afstand uit het bos komen zodat je tijdig op de remmen kan gaan staan. Om dezelfde reden wordt ’s nachts rijden hier duidelijk afgeraden.
We gaan in versneld tempo doorreizen want we moeten in Halifax overleggen met de verscheper omdat we een aantal documenten niet meer bezitten. Dat geeft ons misschien wel de mogelijkheid om nog twee streken in de omgeving te bezoeken en die gelegenheid willen we ten volle benutten.
Voor de middag al, staken we de grens met de provincie Quebec over. In Rouyn-Noranda het VC binnen gesprongen voor wat info over het “Réserve faunique La Vérendrye” maar die stuurden ons door naar het VC van het reservaat zelve. Daar willen we overnachten voor we naar Montréal verder reizen. Het reservaat is 12.589 vierkante kilometer groot (bijna half België !) en bevat, naast 52 campings met in totaal 916 plaatsen, meer dan 4000 meren en twee enorme waterbekkens. Uiteraard is dit een paradijs voor kanovarende kampeerders en vissers. In de herfst kan er ook gejaagd worden. Tja, de Franse invloed is hier wel duidelijk. Trouwens, alles gaat hier in het Frans, wij schakelden dus ook maar over.
Aangekomen op een kleine “Camping Rustique”, genaamd “Roland”, blijkt onze schuiftrap onderaan Mwenzi’s schuifdeur, het begeven te hebben. We hadden er al eerder wat problemen mee en dus dachten we dat het weer slijk en modder was dat een vlotte uitschuif verhinderde. Maar d’r was meer aan de hand want deze keer was ie compleet geblokkeerd. Er bleek een bout gelost te zijn, hetgeen niet verwonderlijk is met de wegen die we hier berijden. Het probleem kon op een halfuurtje gerepareerd worden. Niks gebeurd en we weten weeral wat meer over ons huis op wielen. Gereden: 630km.
09/07. Zon, bewolking en stortregens, tot 20ºC. Vanmorgen heel vroeg al vertrokken naar Montreal. In de stad zelf was het eerst flink omrijden en zoeken naar het oude stadsgedeelte want een goed deel van het wegennet wordt flink herwerkt en er zijn overal omleidingen. Een GPS is ideaal in zulke omstandigheden maar dan nog kan het lang duren vooraleer je op de juiste plek uitkomt. Uiteindelijk toch in de omgeving gaan zoeken naar een parkeerplek maar dat was onbegonnen werk. Het was zondag en mooi weer (toen nog) dus er was enorm veel volk op de been. Alternatieven zoals een parking buiten de stad en dan met de metro de stad bezoeken verwierpen we. We zijn sowieso geen grote fan van stadsbezoeken en dus zijn we maar doorgereden. Geen Montréal dus. Je kan het zonde vinden maar als we zien wat we al allemaal hebben moeten overslaan om andere dingen te kunnen zien/meemaken, dan is dit stadsbezoek een futiliteit. We reden een goed deel over highway’s waar 100 mocht gereden worden, dus het vlotte goed en we zijn er, kort voorbij Quebec City, ter hoogte van Beaumont afgereden naar Saint-Vallier. Een pittoresk dorpje met heel mooie houten huisjes waar we onmiddellijk een wandeling zijn gaan maken. De Saint Laurent rivier, langswaar de pioniers het land stroomopwaarts vaarden, en steden als Quebec en Montréal stichtten, is vlakbij en was dus in de wandeling begrepen.
Kort na onze terugkomst bij Mwenzi wachtte ons een nieuwe verrassing. Een muis wandelde onverstoord onder het dashbord van de stuurkolom naar de andere kant en verdween achter een paneel. Vermoedelijk kwam ze ook van daar en vond ze een doorgang via het motorcompartiment naar de stuurcabine. Probleem ! (Ja, Han en Monique, ook wij hebben bezoek van die ongenode gasten). We zullen morgen, want het is nog steeds zondag, ergens een muizenval moeten zoeken om er achter te komen of het een eendagsbezoek was of dat het beestje ergens een logement heeft binnen Mwenzi. We zullen wel trachten een life-trap te vinden, maar weg moet de muis alleszins. We hebben alvast alle verwarmingsbuizen afgetaped want daar willen we ze zeker niet.
Wordt hoogstwaarschijnlijk vervolgd. Gereden: 636km.
10/07. Zonnig en wat regenbuien, tot 22ºC. Gisteren, na het beschrijven van het vorige item, kregen we bezoek van drie generaties dames van Saint-Vallier. Francine, Sarah en Elisabeth.Die waren onder de indruk van Mwenzi en kwamen enthousiast hallo zeggen en wat vragen stellen. Het werd een heel gezellige avond met veel gelach. Vanmorgen hielp Sarah ons nog om enkele documenten voor de terugreis af te drukken. Nog nooit hebben we zulk een gek, speels, spontaan en ongelofelijk vrolijk meisje ervaren. Ze gaf ons nog een adresje van de plaatselijke ‘Fromagerie’ waar we nog wat heerlijke geneugten kochten… daar waren we, sinds de VS, al lang aan toe.
Onze weg ging verder via de grens met de provincie New Brunswick en verder zuidwaarts tot Woodstock waar we bij Sobeys inkopen doen (o.a. een muizenval) en op de Walmart parking gaan overnachten. Morgen gaat het verder richting Prins Edward Island. Gereden: 443km.
11/07. Zon met wolkjes en tot 29ºC. Vanmorgen de muizenvallen in de cabine en het motorcompartiment nagezien… niks gevangen. We hebben het diertje ook niet meer gezien maar dat wil nog niks zeggen. Vanavond stellen we ze terug op.
We rijden vandaag nog een goede halve dag via “Fredericton” oostwaarts helemaal tot de kust naar “Shediac". Hier vond onlangs, van 5 tot 9 juli, het ‘Festival du Homard’ plaats. Het lijkt alsof we dat net gemist hebben maar da’s helemaal geen probleem, we mijden liever de grote drukte (maar dat hebben we misschien al wel meer gezegd).
Een van de ‘attracties’ tijdens het festival wordt gehouden in Main street. Daar worden op een bepaalde dag duizend Kreeften geserveerd aan duizend gegadigden aan een tafel van duizend voet lang (305m). Het evenement in de “hoofdstad van de Kreeft in New Brunswick” trekt uiteraard vele duizenden aan.
Het is de laatste tussenstop naar ons uiteindelijke doel hier in New Brunswick. We deden sinds 7 juli, vanuit Thunder Bay in Ontario, 2655km om tot hier te geraken (+/- 531km/dag). De komende week zal het rustiger gaan en zullen we meer kunnen genieten van de omgeving, waarschijnlijk krijgt de fotografie dan ook wat meer kansen. Gereden: 310km.