Reisverhaal «Fr17-01»
Frankrijk eind 2017
|
Frankrijk
|
0 Reacties
26 Oktober 2017
-
Laatste Aanpassing 04 November 2017
Na onze thuiskomst vanuit Canada hadden we gepland om ten laatste half oktober terug te vertrekken, richting Frankrijk, misschien ook Spanje en Portugal. Door het vele bijkomende werk dat we hadden om alles terug in orde te brengen, zoals de vervanging van alle gestolen auto-documenten, en de onkunde van een auto-verzekeringsagent is alles wat uitgelopen zodat we pas nu opnieuw kunnen vertrekken. Het was lang wachten op de dure, nieuwe gelijkvormigheidsattesten van Mwenzi, die vanuit Duitsland en Italië moesten komen, maar uiteindelijk kwamen ze toch sneller toe dan voorzien. Vanaf dan moesten we enkel nog even terug naar te autokeuring met die nieuwe papieren, Mwenzi klaarmaken en inladen en op 25 oktober waren we eindelijk klaar om richting Frankrijk te vertrekken.
Fr17-01
26/10 Zwaar bewolkt en buien. Na de laatste zaken thuis te hebben geregeld zijn we richting Brussel en Namen gereden. De autostrade verlaten om via Bouillon richting Sedan te rijden. Onze oude route, om dan oostelijk via Stenay zuidwaarts te rijden richting Ste-Menehould, was echter afgesloten wegens wegenwerken zodat we via Sedan en Vouziers tot onze bestemming zijn gekomen. De Argonne, onder reguliere bezoekers “de’nargonne” genoemd, is een streek tussen Verdun en Reims met nog heel wat kleine, landelijke dorpjes die de sfeer van het Franse buitenleven nog volop uitademen. We ontdekten er een fantastisch restaurant, eerst bekend als ‘Les Agapes’, later werd het ‘La Maison Forte’, we vierden er de eeuwwisseling in Revigny-sur-Ornain. Spijtig genoeg hielden de eigenaars er even later mee op.
Nog heel wat bossen ook, en grote waterpartijen die, net als in ‘La Brenne’, eeuwen geleden ontwikkeld werden voor de visteelt. Een ecologisch rijke streek en dat was meer dan 30 jaar geleden de reden waarom we deze streek begonnen te verkennen en er heel wat keren naar terugkeerden met onze campers. We leerden er heel wat mooie overnachtingsplekken kennen en genoten intens van het planten- en dierenleven. Van de Orchideeën in het voorjaar tot te mooie herfstkleuren van de bossen, Vossen en Reeën in het veld overdag en vier soorten Uilen die we tijdens nachtelijke tochten observeerden. Ook Dassen, Wilde kat, Beverrat, Marters, Bunzing, Hermelijn, Hazen en Everzwijnen passeerden de revue. Talloze vogelsoorten, waaronder vele aangetrokken door het rijke waterleven, het was er allemaal. Twee jaar geleden nog overnachtten we aan ‘Veil Etang’, een grote plas waar ’s avonds een grote groep Kraanvogels verzamelde om er de nacht door te brengen. ’s Morgens vroeg werden we gewekt door de roep van dezelfde dieren die vertrokken bij het eerste ochtendlicht.
Maar er is veel veranderd en niet altijd ten goede. ‘Veil Etang’ stond leeg, het omringende bos was bijna helemaal gekapt. Het slechte weer en de opkomende mist deed ons al snel beslissen om verder te rijden tot Revigny-sur-Ornain. De rivier was jaren geleden, ter hoogte van Rancourt-sur-Ornain, één van onze pleisterplaatsen waar we IJsvogel en Beverrat gingen fotograferen. Na de storm van Kerstmis 1999, was de plek voor ons niet meer bereikbaar.
Overnachting in Revigny-sur-Ornain. Gereden: 386km.
27/10 Zwaar bewolkt en mistig, later op de dag zonnige periodes. We wilden aanvankelijk via Revigny-sur-Ornain naar St-Dizier rijden maar wegenwerken aan de brug in het stadje deden ons parcours ombuigen via Bar-le-Duc. Even uit de richting maar het bleek al gauw de moeite waard.
Een stadje met een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Romeinen. Nog steeds de moeite waard om te bezoeken is de ‘Ville Haute’ die één van de mooiste Renaissancewijken van Frankrijk bevat.
Rijke burgers werden in de 16de eeuw aangetrokken om er hun herenhuizen te bouwen, dicht bij het ‘Kasteel van de Hertogen van Bar’. De meeste huizen zijn opgetrokken in Savonnières kalksteen en zijn allemaal ongeveer even hoog waardoor alles een mooi geheel vormt, vooral de ‘Place Saint-Pierre’.
Niet ver ervandaan is er het gezellige ‘Le Grill du Tour’ waar we de innerlijke mens wat versterkten… hier weer goed beseffend wat we moesten missen tijdens onze reis door de VS…
Van Bar-le-Duc rijden we richting St-Dizier waar we zullen overnachten aan een motorhome-dealer omdat we morgen de stad willen verkennen.
Gereden: 60km.
28/10 Dikke mist en fris. Vanaf de parking van de CLC-dealer rijden we naar het toerismebureau van St-Dizier. Van de vriendelijke dame krijgen we een plannetjes waarmee we makkelijk het oudere stadsgedeelte kunnen bezoeken. We vinden op de route ook een overdekte marktplaats waar allerlei verse producten aan de man worden gebracht. Gezellige drukte. Na de wandeling trekken we verder richting Lac du Der, een belangrijke tussenstop voor duizenden Kraanvogels. We hadden er gisteren al enkele tientallen hoog boven Bar-le-Duc zien zweven maar er worden er binnenkort nog veel meer verwacht vanuit het noorden. Nadat ze zich hier wat hebben aangesterkt trekken ze verder zuidwaarts naar Spanje waar ze zullen overwinteren. Half november is hier ook het intussen vermaarde jaarlijkse ‘Festival International Photo’. Een internationaal natuurfotografie evenement waar je, gedurende vier dagen, kan genieten van fototentoonstellingen, gastsprekers, filmvoorstellingen etc.etc. Alhoewel de tentoonstellingen, vooral die met de wedstrijdbeelden, altijd mooi en indrukwekkend zijn hebben we zelf al flink wat van zulke festivals meegemaakt en gaan we er deze keer voor passen. Er is ook op dit moment genoeg te bekijken op verschillende locaties rond het meer.
Vanavond overnachten we langs de dijk en verwachten nogal wat overvliegende Kraanvogels want die komen ’s avonds in grote groepen vanuit de omliggende velden, waar ze gefoerageerd hebben, om veilig de nacht door te brengen op enkele eilandjes in het meer. ’s Morgens vliegen ze bij het eerste licht terug de velden in. Het doet ons denken aan de andere soort Kraanvogels in het Bosque del Apache natuurreservaat in New Mexico waar we vorig jaar in november waren. Gereden: 62km
29/10 Regen, miezerig- druilerig- en bij pozen stortregen. Aangezien we vandaag wilden gaan wandelen besluiten we maar om dat af te blazen en verder te trekken. Zonde, want de omgeving biedt heel wat wandelmogelijkheden. Je kan trouwens ook per fiets de hele omtrek van het meer afrijden (38km fietsroute van de 77km oever). Het meer is 48 vierkante kilometer groot en werd, na de hevige regenval van 1955, aangelegd om als buffer te dienen voor het water dat via de Marne naar de Seine loopt. Vandaar ook de naam ‘Marnebassin’. Voor de aanleg van dit bekken werden drie dorpjes opgeofferd, Champaubert-aux-Bois, Chantecoq en Nuisement-aux-Bois. De 300 bewoners moesten verhuizen. De streek herbergt nog tal van kleine dorpjes en heel wat vakwerkhuisjes gemaakt van Eikenhout en klei. Heel mooi.
Deze vakwerkarchitectuur vinden we ook terug in onze volgende bestemming, Troyes. Een veel grotere stad dan St-Dizier maar het centrum is zeer de moeite waard om te bezoeken. We konden Mwenzi parkeren op de parking “Esplanade Belgique” waar we, samen met enkele andere campers, zouden overnachtten. Ook daar regende het soms pijpenstelen maar we hadden toch nog wat drogere periodes zodat we een mooie wandeling konden maken tussen de oude gebouwen van de binnenstad. Het leek of de oude, hoge gevels nogal wat van de tand des tijds te lijden hadden want er waren er nogal wat die serieus scheef hingen. Waren ze zo gebouwd of hebben ze zich zo ‘gezet’ ? wie zal het weten. Wel heel pittoresk. Gereden: 91km
30/10 Mooi open, zonnig weer. Vannacht was het wel koud, we hadden vanmorgen maar 3ºC buiten. Na ons ontbijt toch nog even een wandeling gemaakt naar het centrum. Heerlijk weer. We stelden onze GPS in op ‘geen tolwegen’ en ‘de kortste weg’ … dat maakt dat er geen autowegen worden genomen en we veelal minder drukke wegen aandoen via kleine dorpjes. We doen er langer over maar het rijden langs het platteland is aangenamer. Een eerste maal stoppen we in Auxerre. Langs de l’Yonne rivier parkeren we Mwenzi en wandelen de oude binnenstad in waar we ook weer de typische huizen vinden, Eik en steen ditmaal.
Na de lunch gaat het via St-Fargeau naar Vierzon waar we een rustige plek vinden om te overnachten. Maar het is pas 16u. en we willen nog wat wandelen. Het stadje wordt al gauw een echte tegenvaller. Verval, soms massale leegstand en vuil, ongezellig. We maken rechtsomkeer, terug naar Mwenzi en besluiten door te rijden tot Châteauroux. Op een ruime parking aan een zwembad zullen we overnachten. Morgen gaan we naar ‘La Brenne’. Gereden: 290km.
31/10 Vanmorgen was het tegen het vriezen aan maar de lucht was prachtig blauw. Vroeg vertrokken en richting centrum Châteauroux gereden waar we een wandeling maakten. Daarna naar Mézières-en-Brenne gereden en ook daar wat gewandeld. Vervolgens ging het naar het Etang de la Gabrière waar we hoopten in het restaurantje wat te eten. Spijtig genoeg hadden ze omwille van de feestdagen (1&2 nov.) hun sluitingsdag omgegooid naar vandaag… Maar er was wel goed nieuws over iets heel anders. Toen we zagen dat het water in het meer echt wel heel laag stond en daarbij ook nog de hoofdsluis openstond vroegen we aan een plaatselijke inwoner of ze inderdaad op het punt stonden om het meer te ledigen ? Ja inderdaad, donderdag wordt het meer leeggevist !!!
Een buitenkansje om zoiets mee te maken, we wisten wel dat er rond deze tijd meren soms gedraineerd worden om de vis te kunnen afscheppen maar we wisten nog niet waar en wanneer. Deze manier van vissen wordt hier al eeuwenlang toegepast en is nog steeds boeiend om zien. In 2008 hadden we het afvissen van het Etang de la Gabrière al eens meegemaakt en er een foto-reportage van gemaakt maar we willen het graag nogmaals ervaren. We plannen onze volgende dagen in het vooruitzicht hiervan. We gaan dus al meteen vandaag naar de ‘Camping Municipale Millot’ in Rosnay, onderandere om de watervoorraad aan te vullen. Morgen hebben we dan nog een dag om enkele andere plekken aan te doen. Gereden: 70km.
01/11 Weer een mooie dag maar vandaag toch wat meer sluierwolken. Vanmorgen kwam de gemeenteontvanger het kampeergeld ontvangen. Dat gebeurt al jaren op dezelfde manier, met de auto. Voor de accommodatie en rust die we hier krijgen betalen we graag de kleine vergoeding.
De man wist te vertellen dat er vandaag een ‘marché brocante’ in het dorp was. Mooi, we waren toch van plan om naar het dorp om brood te wandelen en vroeger hadden we de gezellige markt op het pleintje ook al meegemaakt. Het weer zit ook al mee. Maar groot was onze verbazing toen we zagen dat het marktje van zoveel jaar geleden uitgegroeid was tot een succes. Niet alleen het dorpsplein en het pleintje achter de kerk maar nog verschillende aanpalende straten en een aantal weivelden werden ingenomen door kraampjes van zoveel mensen die antiek of minder antiek, oud en minder oud speelgoed, kleding, en frullaria te koop aanboden. Mooi spul soms, zoals de ‘poissonnière’ (juist gespeld ?), een langwerpige koperen pot met deksel waar een volledige vis, bv. snoek, in klaargemaakt kan worden. Spijtig genoeg hebben we geen vuur om deze lange pot op te warmen. Prachtig gerief echter ! De markt was zo groot dat we er een goed deel van de voormiddag op doorbrachten. Achteraf hadden we spijt dat we niet wat van de paddenstoelen gekocht hadden die een man er aanbood, geen antiek, maar vers geplukt ‘Eekhoorntjesbrood’ uit de bossen. Prachtige paddenstoelen. We hadden er een aantal van kunnen drogen om later bouillon van te maken. Niet dus.
Aan la Gabrière stond een kraampje waar verse (zoetwater-)vis werd verkocht. Het is de tijd van het ledigen van de vijvers en de vrijwilligers die de eigenaars komen helpen krijgen dan een aantal vissen mee. Daarvan werden er hier een aantal van verkocht, waarschijnlijk om de clubkas te spijzen… Zo was er o.a. Voorn (Gardon), Karper(Carp) en Snoek(Brochet) te koop. Prijs van de Karper: 3,5 €/kg, de Snoek gaat weg aan 13€/kg. Er werden ook ‘frites de carpe’ klaargemaakt, Karperreepjes in beslag gebakken in de friteuse. Een heerlijk middagmaal.
Later op de middag bezochten we het ‘Maison du Parc’ waar we enkele prachtige, informatieve diaporamas zagen. Nieuw en heel mooi gebracht op een 6 meter breed scherm. De fotografen die het beeldmateriaal voor deze documentaires maakten waren ook niet van de minsten. Helio en Van Ingen zijn al jaren hoogstaande professionele natuurfotografen en kennen de streek als hun broekzak. Het viel wel op dat er veel luchtbeelden gebruikt werden, kwaliteitsvolle beelden toch wel. Verrassend was ook de mooie documentaire over de Europese moerasschildpad die het in deze streek nog erg goed doet. Als laatste doel vandaag brachten we nog een bezoek aan het Etang de Sous waar we vanuit de schuilhut vele koppels Wilde eend zagen dobberen maar ook Buizerd, Grote zilverreiger, Watersnip en IJsvogel zich lieten bewonderen.
We overnachten aan het Etang de la Gabrière om morgenvroeg direct ter plaatse te zijn voor de grote visvangst. Gereden: 28km.
02/11 Om 6u. op en onmiddellijk buiten om getuige te zijn van de eerste voorbereidingen.
De weg langs het meer wordt afgezet en enkel de medewerkers, zo’n 30-tal, en de vrachtwagens met leefbakken voor de gevangen vis mogen er door.
Alle meren in La Brenne zijn ‘man-made’. De oudste dateren van de 12de -13de eeuw. De vroegste vermelding die men vond over het Etang de La Gabrière dateert van 1335… al van toen wordt er hier vis gekweekt…en gevangen zoals we dat vandaag zien.
Van de meer dan 2000 meren in de streek is het grootste l’Etang de la Mer Rouge met 160ha. La Gabrière is iets kleiner maar het duurt toch ook enkele weken om de plas te laten leeglopen tot er een oppervlakte overblijft die kan bevist worden. Uiteraard zit dan het grootste deel van de vis in die put. Rond 7u30 werd begonnen met een visnet rondom de plas te spannen die stilaan meer werd dichtgetrokken tot men de vis met schepnetten kon opvissen. Het is vooral Karper die wordt gevangen maar ook andere soorten zoals Snoek, Snoekbaars, Rivierbaars, Voorn en Meerval worden opgeschept. De vissen worden stelselmatig uitgesorteerd en per soort gewogen en in de leefbakken gekapt. In totaal werd er om en bij de 25 ton (!) vis uit de plas gehaald. Rond 14u was alles afgerond en ging iedereen van een verdiende maaltijd genieten in het plaatselijke restaurant. We hoorden echter dat er morgen terug zou gevist worden omdat er nog heel wat vis ontsnapt was omdat de wateroppervlakte nog te groot was voor het net.
Later op de middag deden we nog een kleine wandeling langs het Etang de la Mer Rouge. We overnachten op de parking van het Maison du Parc. Gereden: 10km.
03/11 De dag begon zonnig maar ’s middags sluierwolken maar toch nog tot een verbazende 22ºC.
Vanmorgen zijn we voor boodschappen naar Le Blanc gereden. Het is het grootste stadje in de omgeving en dus een goede plek om voorraden in te slaan. Nadien nog even via ‘Pouligny-Saint-Pierre’ gereden om er de plaatselijke kaas te kopen. Deze AOC-geitenkaas (Appellation d’Origine Controlé ) is in heel de streek bekend maar hier koop je die natuurlijk heel vers. Maar we hadden pech want gesloten. We wilden ook niet wachten, een andere keer dan maar. Niet ver daarvandaan vonden we wel ‘Fish Brenne’, een visrokerij waar we gerookte Karper en Paling kochten, lekker bij de baguette.
Na de middag een mooie wandeling gemaakt in de omgeving van het ‘Château du Bouchet’ en daarna de parking aan Etang du Blizon opgezocht om te overnachten. Gereden: 68km.