Reisverhaal «Fr17-04»
Frankrijk eind 2017
|
Frankrijk
|
0 Reacties
21 November 2017
-
Laatste Aanpassing 30 November 2017
Fr17-04
23/11 Zwaar bewolkt en 13ºC maar in de namiddag, op onze nieuwe bestemming zonnige periodes. De afgelopen dagen hebben we genoten van het samenzijn met enkele familieleden. Samen lekker in het zonnetje gezeten, een mooie wandeling langsheen kilometers bossen en wijngaarden gemaakt met de plaatselijke wandelclub en genoten van enkele regionale producten… en daar is uiteraard ook de wijn bij.
Het was ook de dag van afscheid nemen want we willen zeker ook nog één en ander bezoeken. We starten met een bezoek aan Carcassonne waar de oude vestingstad de grootste aantrekkingspool is. Het toerisme draait nu op een laag pitje en het is dus de moment om deze publiekstrekkers te bezoeken zonder over de koppen te moeten lopen. Vlakbij de stad en de “Cité médiévale” vinden we een beveiligde camperplaats waar we Mwenzi stallen en zullen overnachten. Ons bezoek aan het oude Carcassonne start via de “Porte Narbonnaise” waar we via de dubbele vestingmuren in de middeleeuwen terechtkomen. Daar bedoelen we de architectuur mee want de massa’s toeristen die hier in het seizoen komen trekken natuurlijk heel wat snuisterij-winkeltjes aan. Ook voor het bevochtigen en onderhoud van de inwendige mens is er meer dan voldoende keuze in drankgelegenheden en restaurants. Zelfs nu de helft van die zaken seizoensgewijs gesloten zijn, zijn er nog meer dan genoeg. Het deed ons wel denken aan Mont Saint Michel in Normandië waar bijna alle huizen toeristische handelszaken zijn.
De geschiedenis van de Cité van Carcassonne is meer dan 2600 jaar oud. Het is ook een Romeinse stad geweest die tijdens het Late Keizerrijk nog versterkt werd vooraleer een middeleeuwse cité te worden. Het kon in 1209 echter niet ontkomen aan het kruisleger van Simon de Montfort die van de paus de opdracht had gekregen alle Katharen uit te moorden. Nog verschillende andere steden zouden onder bijzonder wrede omstandigheden belegerd en ingenomen worden omdat ze hun Kathaarse mede-inwoners in eerste instantie niet wilden uitleveren. Gereden: 33km.
24/11 Zwaar bewolkt met af en toe miezerige regen. De temperaturen ’s nachts en overdag blijven rond de 13ºC-15ºC. We moesten vanmorgen eerst wat inkopen doen dus was onze eerste bestemming een grootwarenhuis. Na de lunch lieten we Mwenzi op de camperplaats en wandelden naar het centrum van Carcassonne, hier ongeveer 3km vandaan. Wandelen om te wandelen want niettegenstaande er druk wordt gewerkt om een gezellige sfeer te creëren voor de periode Kerstmis-Nieuwjaar, is het een treurige, onfrisse stad. Veel leegstand, veel verwaarloosde huizen, manke looppaden en trottoirs met alom tegenwoordige hondendrollen. We zullen ons van Carcassonne waarschijnlijk enkel de prachtige vestingmuren van de “Cité Médiévale” herinneren. Gereden: 15km.
25/11 Regen, na de middag opklaringen. Vroeg vertrokken naar Bram, een stadje dat ook een rol speelde in de Kathaarse geschiedenis. Het is omwille van de verdedigbaarheid in concentrische cirkels gebouwd, iets wat eigenlijk slechts zichtbaar is vanuit de hoogte. Ons bezoek was echter van korte duur want bij pozen regende het met bakken. Tijd voor een museumbezoek. En vermits we ons het “Maison de la Truffe d’Occitanie” nog maar al te goed herinnerden en Villeneuve-Minervois niet ver weg was, gingen we meteen daarheen. En of het de moeite was. Mooi, interessant museum waar alles over truffels duidelijk wordt. Drie soorten gedijen in deze streek maar de Zwarte truffel of Tuber melanosporum wordt beschouwd als de ‘Koningin der truffels’. Voor ons was het een verrassing om te zien dat de “Diamant Noire” ook gekweekt wordt. De enige soort waarmee men dat niet kan is de ‘Witte truffel van Alba’ of Tuber magnatum die vooral in Italië voorkomt en heel zeldzaam is. Die lekkere zeldzaamheid wordt tegenwoordig dik betaald met ongeveer 5000€ per kilo… We hadden trouwens geluk want eind november start het oogsten en in het museum waren gisteren de eerste (zwarte) truffels van het najaar binnengebracht. We konden ze dus meteen een geur-test afnemen. Heerlijk, die diepe ‘oergeur’, veel intenser dan de geur die sommige andere wilde paddenstoelen hebben. Dag-kostprijs van de Zwarte truffel: 630€ per kilo. In het bijhorend winkeltje zijn uiteraard verschillende truffel-producten te koop, soms ook verse truffels, zoals vandaag. In het oogst-hoogseizoen, januari-februari zijn er in de voornaamste truffel-gebieden zelfs truffel-markten waar ook particulieren terecht kunnen. Die markten hebben het voordeel dat de aangeboden truffels eerst gekeurd zijn geweest door truffel-specialisten, en er dus enkel goede, gezonde truffels verkocht worden.
Buiten het ondergrondse museum bleek de zon teruggekeerd te zijn. We reisden verder richting Narbonne via Bize-Minervois waar we “L’Oulibo” bezochten, een olijfolie producent. Niet alleen olijfolie maar ook opgelegde olijven worden hier vakkundig geproduceerd. Vandaar ging het verder naar Lézignan-Corbières waar weer een “niet te missen speciaalzaak voor niet te versmaden producten” werd bezocht. CDD noemt deze aanrader op de D6113. Onze smaakpapillen werden vandaag serieus op de proef gesteld… onze culinaire fantasieën nog veel meer. Het aanhangwagentje dat we in de VS en Canada zo misten hadden we nu ook niet bij. Maar goed ook misschien. Een overnachtingsplaats vonden we in Bizanet nabij Narbonne, één van de zeldzame campings die nog open zijn. Gereden: 154km.
26/11 Bewolkt en koud winderig, namiddag zonnig met koude wind. Van de camping richting Narbonne gereden waar we in de voorstad een wasserette vonden waar we tot de middag konden doen wat we nodig vonden. In Narbonne zelf konden we op een “Aire de Camping Car” een goede plek vinden om Mwenzi te stallen en onszelf de rest van de dag rust en literatuurgenot te bezorgen.
Voor een redelijk bedrag kan je hier 24u staan en zelfs elektriciteit aanleggen. De plek wordt druk bezocht door andere campers die meestal bovenop een satelietantenne hebben uitstaan… ieder zijn pretje. Gereden: 18km.
27/11 Mooi open weer, 15ºC. Op het agenda; een bezoek aan Narbonne. Een stad met oude Romeinse wortels. Onze overnachtingsplek is ongeveer 3km van het centrum verwijderd en we kunnen dus gemakkelijk Mwenzi, onder toezicht van andere campers, achterlaten. Het historische centrum van de stad wordt bijna in twee gedeeld door het “Canal de la Robine” waar in de zomer heel wat pleziervaart voorbijkomt. Een opmerkelijke brug, de “Pont des Marchants”, overspant dit kanaal. Het is één van de laatste, met huizen bebouwde bruggen in Europa. De brug omvatte zeven bogen en is onderdeel van de Romeinse weg ‘Via Domitia’. Een winkelstraat met huizen aan beide kanten bovenop een brug die op de ‘Werelderfgoedlijst van de Unesco’ staat. Een ander opmerkelijk gebouw is “Les Halles” een overdekte ruimte waar een zestigtal handelaars hun goederen aan de man brengen. Voor wie de oude Crieé in Antwerpen kent is dit zeker herkenbaar. Deze prachtig gedecoreerde hal werd begin 1900 gebouwd en is nog in uitstekende staat. Spijtig genoeg waren op deze maandag veel kraampjes gesloten en was er dus niet zo veel animo. Toch mooi. Narbonne loopt erg hoog op met z’n “Marché” want op de info-folder staat dat een bezoek aan Narbonne, zonder “Les Halles” gezien te hebben, gelijk staat aan een bezoek aan Lourdes zonder de grot te hebben bezocht…
Lunch werd een lekkere croissant op een bank in het zonnetje, gevolgd door een koffie op een terrasje…in het zonnetje.
Het oudste antieke monument dat in Narbonne kan bezocht worden zijn de Romeinse ondergrondse galerieën, Horreum in het Latijn. Ze dateren van de eerste eeuw vóór Christus en liggen vijf meter ondergronds. Het is niet zeker of het opslagplaatsen waren of een publieke markt (zoals “Les Halles” ?). Het ‘gebouw’ blijkt geen gelijke te hebben in de Romeinse geschiedenis. Feit is dat we ons bezoek bijzonder indrukwekkend vonden. Ook de aanleg ervan in verschillende metselstijlen is bijzonder om zien. Uiteraard zijn er in de loop der eeuwen ‘aanpassingen’ aangebracht voor privé-gebruik en zijn er ingestorte stukken, maar een groot deel van de bouw in U-vorm is nog steeds authentiek. Blijkbaar staan er nog verdere opgravingen op het agenda want de galerieën zijn nog maar gedeeltelijk ontruimd. Ook moet het juiste grondplan en volledige omvang nog bepaald worden. Gereden: 0km.
28/11 Gisteren moest onze technische ploeg nog even inspringen want onze (huishoud-)waterpomp weigerde het nodige vocht uit de voorraadtank aan te brengen. We hadden ’s morgens al enige rare geluiden uit de watertank waargenomen maar ’s avonds was het dus menens. Pomp kapot. Een voorbereide camperaar is er twee waard en omdat water voor het mensdom onmisbaar is hebben we ons voorzien van twee reservepompjes. Het wisselen hiervan was ook weer een eerste ervaring maar op een vijftiental minuten tijd was de klus geklaard en konden we weer water oppompen om eten te maken. De werkuren liepen dus ook niet erg op, weer een meevaller.
Vanmorgen was het mooi zonnig maar koud weer. Vanuit Narbonne nog even naar de supermarkt om wat voorraden in te slaan en dan noordwaarts naar Minerve. Ook weer een stadje met een Katharen-geschiedenis. Na een belegering en beschietingen met katapulten moest het stadje op 22 juli 1210 toegeven aan de kruisvaarders en alle Katharen uitleveren. Die weigerden trouw te zweren aan de paus (hun geloof verbood zweren) en dus werden ze alle 140, op bevel van de pauselijke gezant, levend verbrand.
Vanuit Minerve reden we na de middag even via Azillanet naar Cesseras waar we terug noordelijk de D182 namen naar Ferrals-les-Montagnes, de Col de Serières tot St.Pons-de-Thomières. We geven de weg zo specifiek aan omdat het een prachtige route is, soms vrij smal maar met adembenemende vergezichten. Aan de kant van de weg zagen we het werk van een onbekende fantast, een uit één boomstam gehakt kunstwerk met allerlei figuren, gewoon prachtig maar o zo triest dat het hier zo verwaarloosd staat. Dit parcours is een absolute aanrader. Vandaar ging het naar La Salvetat-sur-Agout waar we aan een stuwmeer zullen overnachten. La Base de Loisirs des Bouldouires ligt er verlaten bij want het is buiten seizoen en er is bijna geen water in het meer. Gereden: 111km.
29/11 Vannacht regende het een tijdje maar vanmorgen was de temperatuur ernaar om voorzichtig de baan op te gaan. Er was hier en daar zout gestrooid maar op deze bergwegen op meer dan 650m hoogte moet een gewaarschuwd(e) man/vrouw er twee waard zijn. Op ons traject van vandaag noordwaarts gaan we ook even boven de 1000m maar daar waren we al even boven de wolken, letterlijk, en reden we lekker in de zon. Onze reisweg van vandaag is al deels bekend maar het blijft een mooie weg, slingerend door bossen en hooggelegen velden met schitterende uitzichten. We bereiken Lacaune (dep.Aveyron) nu vanuit het zuiden. We hadden de stad op onze heenreis al gepasseerd maar nu maakten we halte omdat we nog steeds vergeten waren meer info op te zoeken over “l’Enfant Sauvage”, het kind dat vele jaren terug in de bossen geleefd had en bij een leraar ondergebracht werd nadat men het uit het bos had ‘weggevangen’. Het “Bureau de Tourisme” was, alhoewel de openingsuren anders vermeldden, gesloten maar bij navraag op het gemeentehuis kregen we de vriendelijke dame van de dienst toerisme toch te spreken. De tentoonstelling die handelde over “l’Enfant Sauvage” was echter gesloten (buiten seizoen). We zullen dus tóch nog genoodzaakt zijn om ons via internet hierover te informeren… Lacaune is ook bekend om een plaatselijke lekkernij. Hier worden, op 800m hoogte de Lacaune hespen en “Salaison” gemaakt en gedroogd. Normaliter kan je een rondleiding krijgen in een welbekende plaatselijke fabrikant, maar nu het seizoen ten einde is… Een alternatief is de “Charcuterie Artisanale Maison Nègre” waar we de beruchte ‘Jambon sec’, de ’Salaison’ en de ‘Bougnette’ vinden. Deze laatste lijkt een grote gehaktbal maar is samengesteld uit oa. varkensvlees, brood en ei, ook weer een plaatselijke lekkernij.
Nog noordelijker, en kouder, komen we in Belmont-sur-Rance waar we Mwenzi op de ‘Aire Camping Cars’ laten uitrusten van het klimmen en dalen. Een wandelingetje door de oude stadskern wordt algauw een mooie ontdekkingswandeling want hier liggen een aantal verborgen juweeltjes. We doen een praatje met een man die een huis uit de 17de eeuw aan het renoveren is, wandelen langs de grote Gotische kerk uit 1515 en lopen langs verschillende huisjes die al eeuwenlang dienst doen- of deden als huisvesting. Onze lunch in het restaurantje vlakbij de kerk en het obligate plein was een eye-opener. In het dorp hadden we hooguit een vijftal mensen gepasseerd maar hier zaten ongeveer 20 mensen te lunchen. Dit bleek nog maar eens de beste referentie voor een goede tafel. Voor 12€ krijgen we een menu met voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en koffie, een 1/4L rode wijn en een 1/2L water per persoon…en het was verzorgd en lekker, heerlijk ! We vragen ons dan nóg maar eens af waarom men er bij ons niet in slaagt om restaurantgasten van gratis water te voorzien bij de maaltijd ???
Na de middag lopen we nogmaals door enkele straten en zoeken van de kou uiteindelijk Mwenzi terug op. We gaan hier overnachten. Gereden: 43km.
30/11 Zwaar bewolkte hemel met enkele kleine sneeuwvlokjes. Temperatuur hier op 640m hoogte rond het vriespunt maar de wind maakt het stukken kouder. Via St-Affrique rijden we terug naar Roquefort-sur-Soulzon waar we nog even wat lekkere kaas gaan halen. Deze reis is al een tijdje ook een culinaire trip geworden, waarschijnlijk ten gevolge van onze ontberingen op dat vlak het afgelopen jaar …😉 Je kan er niet omheen, op culinair vlak is Frankrijk nog steeds een topper. Zoveel streek-eigen producten die echt doen genieten…
Van het koude Roquefort reden we de kleine D23 op, een prachtig wegeltje doorheen typische Causses, naar Sainte-Eulalie-de-Cernon. Daar zoeken we weer de Aire Camping Car op. Die is ons op de heenreis erg bevallen en we kunnen wat tijd uittrekken om Mwenzi nog eens wat inwendig te verzorgen. De technische ploeg moet ook weer uitrukken want de watertoevoer loopt niet zoals het hoort. Blijkbaar valt de druk op de waterleiding weg zodat het steeds even duurt vooraleer er terug water uit de kraan komt. Da’s niet goed. We zullen het eerste vervang-pompje omwisselen met het tweede reserve-pompje en zien hoe die het doet. De rest van de dag kunnen we wat mails schrijven en ophalen via de wispelturige wifi en lezen. Gereden: 64km.