Reisverhaal «Ir18-01»
Ierland 2018 - Schotland 2018
|
Ierland
|
0 Reacties
25 Maart 2018
-
Laatste Aanpassing 02 April 2018
Ir18-1
25 maart 2018 “Als het de bedoeling was dat we op één plaats bleven, hadden we wortels, geen voeten”
Dit prachtig citaat is van Rachel Wolchin, Amerikaans auteur & singer-songwriter, een citaat waar we ons 100% in terugvinden.
Nadat we de afgelopen week Mwenzi, na een winterrust, weer rijklaar hebben gemaakt, zijn we vanmorgen aan een nieuw avontuur begonnen. Ditmaal gaat het richting Cherbourg in Frankrijk waar we dinsdagavond de ferry nemen naar Ierland, Rosslare meer bepaald. Vandaaruit gaan we Ierland verkennen, een bestemming die al langer op de lijst staat maar die ook steeds maar werd uitgesteld. We hebben een aantal bezienswaardigheden genoteerd die we zeker willen zien en voor het overige gaan we Ierland gewoon op ons af laten komen. In de planning zit ook de mogelijkheid om vanuit Belfast (Noord-Ierland en dus Engels) de ferry naar Schotland te nemen. Alles hangt af van Ierland, zal het ons vasthouden of niet ? We zien wel. Een eerste overnachting doen we op de Aire Municipale (AM) in Deauville, net voorbij Le Havre. Gereden: 512km.
26/03 Vanmorgen dikke mist nadien heel zonnig en tot 14ºC. Vandaag wilden we eigenlijk via de kust noord-westwaarts rijden langsheen de stranden die in 1944 een specifieke naam kregen. Namen als Sword-, Juno-, Gold-, Omaha- en Utah Beach staan nog steeds synoniem voor de grootse landing van de geallieerde legers in juni van dat jaar. Eén van de indrukwekkendste herdenkingsplekken is het kerkhof van Colleville-sur-Mer waar vele duizenden grafstenen herinneren aan zovelen die hun leven lieten om Europa te bevrijden van een psychopaat.
Mwenzi had vanmorgen echter andere plannen. Op het dashboard kregen we de laconieke melding: ‘Motor nakijken’. Alhoewel we al een vermoeden hadden wat het probleem was, zijn we maar meteen naar Caen gereden om daar een camperverdeler/garage op te zoeken. Omdat het merendeel van de Europese campers op basis van een Fiat Ducato gebouwd is dachten we daar wel terecht te kunnen. Maar daar had men zoveel werk en zo weinig personeel dat ze voor ons geen tijd hadden, ook niet toen we zeiden dat we op doorrit waren en dus echt wel hulp nodige hadden. We kregen na aandringen wel het adres van een andere garage van Fiat maar ook daar kregen we hetzelfde antwoord, geen tijd vandaag, en ook niet morgen. Tja, wat moet je daar van denken… in de VS kende men onze auto helemaal niet maar daar kregen we zelfs voorrang omdat men daar besefte dat we op doorreis waren. Een derde garage, waar men verschillende merken op de brug had staan, kon ons gelukkig wèl depanneren. Even de boordcomputer aflezen met hun scanner en we kregen meteen bevestiging van ons vermoeden dat de lambda-sonde van de katalysator een probleem meldde. Met enkele tikken op de scanner was het probleem opgelost. Vijf minuten werk (!) en we konden terug de baan op. We moesten zelfs niets betalen ! We zullen ons de Fiat-garages die ons steeds maar doorverwezen eeuwig blijven herinneren. Bij garage Lenart Brochaud kan je wèl terecht. Maar het moet nog eens gezegd worden, al die electronica in een auto is mooi - als het werkt !
Daarmee was echter een goed deel van de dag voorbij en moesten we ons programma inperken. Gelukkig hadden we nog de tijd om St. Vaast te bezoeken, een vissershaventje dat bekend staat voor z’n Normandische oesters. Vandaar nog even naar Barfleur gereden om ook daar het vissershaventje te bezoeken. Onderweg vielen ons de vele gele bloempjes in de wegberm erg op. We zagen onderandere Klein hoefblad en dat deed ons zeggen: “Klein hoefblad in de kant, de Lente in het land”. We overnachten op een parking in de omgeving van St. Pierre Eglise. Gereden: 227km.
27/03 Druilerig weer, de hele dag. Vandaag reden we tot Cherbourg. Van even de stad bezoeken zagen we af want het weer was heel erg onaangenaam. Dan maar liever de neus in de boeken gestoken. We eten vrij vroeg voor de avond want we willen op de ferry niet op restaurant gaan, altijd te druk. Rond half vijf reden we naar de ferry-kaai waar rond zes uur het inschepen start.
We staan als eerste op rij 7 en mogen als eerste de boot oprijden. Da’s goed want dan staan we met Mwenzi’s neus naar achteren gericht en moeten pas bij de laatsten terug van boord rijden bij aankomst. Onze kajuit is vrij ruim en verzorgd met een schotel vers fruit en een ijskastje met wat frisdrank, bier en twee kleine flesjes wijn. Dat hebben we nog nooit ervaren. Morgenvroeg gaan we wel ontbijten in het restaurant zodat we na aankomst rond 14u. direct de baan opkunnen naar onze eerste bestemming in Ierland. De zee is redelijk kalm met een beetje westenwind. Gezien de omvang van het schip zal het de tocht vrij rustig blijven. Gereden: 25km.
28/03 Regenachtig maar af en toe droge periodes. Het is 13u45 als de ferry, de ‘Oscar Wilde’ aanlegt in Rosslare, Ierland. Pas een hele tijd nadien kunnen we Mwenzi op vaste bodem rijden. Omdat we nog één en ander moeten regelen in de auto rijden we meteen naar de ‘Ferrybank Camping’. Uit onze reisvoorbereiding bleek dat Ierland niet erg ‘camper-gezind’ is en dat we dus mogelijk veel op campings zullen moeten overnachten. Bij deze dus de eerste keer. Gereden: 24km.
29/03 Druilerig, zoals onze verwachtingen waren over het weer in Ierland. Het is ook nog vrij koud. We rijden noordwaarts en doen wat boodschappen in Arklow. Vandaar trekken we via de ‘Vale of Avoca’ langs schilderachtige wegen (afgezien van het weer dan wel…) noordelijker naar de ‘Wicklow Mountains’. We hadden gehoopt daar enkele bezienswaardigheden te bezoeken zoals de ‘Dargle Waterfall’, de hoogste waterval van Ierland en ‘Sally Gap’, een mooi uitzichtpunt over het veengebied, maar een fout in ons GPS-toestel leidde ons helemaal uit de richting waarbij we tot in Wicklow-stad terechtkwamen. Het was even zoeken om terug de gewenste richting te vinden. Ook het weer is een ferme spelbreker, het regent niet alleen hard, in de Wicklow Mountains is er plaatselijk flinke mist en sneeuwt het ferm. Niet de eerste keer merken we, want op grote hoogte en langs de weg op beschutte plekken liggen nog dikke pakken (verse) sneeuw. De thermometer in de auto wijst op -1,5ºC. Dan maar enkele fotookes gemaakt en verder gereden. Spijtig weeral, maar dit is echt geen weer. Ook al niet aantrekkelijk zijn de bordjes op de parkings langs de weg die waarschuwen voor auto-diefstal en auto-inbrekers. Die mooie wandelpaden hier zijn dus niet echt ‘ontspannend’. Deze omgeving is wel een stuk netter dan de wegen die we namen om tot hier te komen. Daar lag duidelijk heel veel afval in de kanten, zwerfvuil wordt dat ook genoemd, alsof het er van zichzelf gekomen is. Hopelijk is het geen fenomeen voor heel Ierland.
We overnachten op het ‘Camac Valley Tourist Park Campground’ waar we een plek voor drie nachten nemen. De volgende twee dagen gaan we de hoofdstad Dublin bezoeken en Mwenzi krijgt rust op de camping. Gereden: 175km.
30/03 Druilerig met buien, fris en af en toe zon. In een katholiek land als Ierland is ‘Goede Vrijdag’ een officiële feestdag. Met een Hop-on-hop-off bus werden we op de camping afgehaald en reden we naar Dublin waar we een eerste halte maakten aan het Trinity College. Deze, in 1592 gestichte universiteit herbergt tevens een indrukwekkende bibliotheek, de ‘Long Room’. Gebouwd in1732, 64m lang en bevat o.a. 200.000 antiquarische teksten. Eén van deze werken is het ‘Book of Kells’ en geldt als het rijkst geïllustreerde middeleeuwse manuscript met indrukwekkend kalligrafeerwerk.
Vandaar wandelden naar de ‘Temple Bar’-wijk, bezochten er de ‘George’s Street Arcade’, een overdekte winkelstraat en aten heerlijke ‘Fish and Chips’ in de ‘Stag’s Head’, een zeer gezellige pub uit 1770. In de namiddag bezochten we de ‘Teeling Whiskey Distillery’. Als liefhebber van de Ierse godendrank is het bijna een must… Vóór de ‘Prohibition’, de zogenaamde drooglegging in de VS begin 1900, lag er buiten Dublin een zogenaamde ‘Gouden Driehoek’. Op ongeveer één vierkante km lagen daar 37 whiskey-distilleerderij. Eén ervan produceerde per jaar zoveel als de jaarproductie van heel Ierland nu.
De drooglegging in de VS had tot gevolg dat heel wat van deze bedrijven hun deuren -en vaten- moesten sluiten. Stilaan komen er in Dublin echter nieuwe moderne distilleerders, waaronder de in 2015 gemoderniseerde Teeling Distillery. Met de Hop-on-hop-off bus bezochten we ook nog even het ‘Glasnevin Cemetery’ waar nogal wat beroemdheden liggen zoals Michael Collins, de Ierse vrijheidsstrijder. Ach, er is zoveel te zien in deze stad. Morgen gaan we nog eens terug, weer met de dubbeldeksbus en flinke wandelingen tussendoor. Gereden: niet met Mwenzi.
31/03 Droog ! en het blijft de hele dag droog bij 8ºC, bewolkt maar ’t is een begin. Je moet duidelijke keuzes maken over wat je op een dag wil bezoeken als je afhangt van het Hop-on-hop-off bussysteem want je hebt eigenlijk niet zoveel tijd. De bus haalt je af om 9u30 en heeft bijna een uur nodig om je tot in het centrum af te zetten. Vandaar kan je een andere bus op, al naargelang wat je wil bezoeken. De laatste bus die je terug naar de camping brengt vertrekt vanuit het centrum om 16u30. Beperkte tijd dus en dat maakt dat we ook vandaag erg selectief zijn geweest met de bezochte plekken. Het is ook Paasweekend (zaterdag) en al van ’s morgens vroeg was er een massa mensen op de been. Twee plaatsen stonden echter bovenaan onze lijst, de andere plekken zouden we nog zien als er de tijd voor bleef.
In 1759 huurde ene Arthur Guinness een oude brouwerij, die al tien jaar buiten bedrijf was, voor de duur van 9000 jaar. Sindsdien wordt al meer dan 250 jaar in Dublin het wereldbefaamde bier gebrouwen. Het is de grootste brouwerij van Europa. Het ‘Guinness Storehouse’ werd speciaal voor bezoekers omgebouwd tot een enorm soort ‘Visitorcenter’ waar je gerust een hele dag kan in rondsnuisteren. Eén van de attracties is ‘Gravity Bar’, de hoogste bar in de stad met een weergaloos panoramisch zicht over de enorme brouwerij-terreinen en natuurlijk ook over Dublin.
Een andere must is een bezoek aan de ‘Old Jameson Distillery’. Deze is wellicht de meest bekende Ierse whiskey brouwer ter wereld. Ze werd opgericht door John Jameson I en, omdat die 16 nazaten op de wereld zette, staat er nog steeds een Jameson aan het roer. De distilleerderij startte in 1780, kreeg een serieuze dip naar aanleiding van de Amerikaanse prohibitie, maar is sinds 1971 actief in Middelton. Tip: Irish Coffee moet uiteraard met Ierse whiskey worden gemaakt en diegene die daar het meeste voor wordt gebruikt is… Jameson.
Het GPO, het General Post Office, is een indrukwekkend gebouw aan de breedste straat van Dublin, O’Connnell Street. Het was het centrum van de Paasopstand in 1916 waarbij het bijna volledig verwoest werd. Indrukwekkend ook, het heel eenvoudige, maar O zo indrukwekkend monument(je) voor de ‘Kilmainham Goal’-gevangenis. Het betreft 14 tengere, menselijke figuren die symbool staan voor de 14 leiders van de Paasopstand van 1916 die hier werden doodgeschoten. Alhoewel de Paasopstand niet echt een “succes” was, sloeg de mening van de Ierse bevolking na de terechtstelling van deze martelaren om en maakte de roep om onafhankelijkheid alleen maar sterker.
Meer architectuur vinden we aan Merrion Square en Fitzwilliam Square, restanten van 18de eeuwse ‘Georgian Houses’. Rijtjeshuizen in een bouwstijl die opgang maakte bij de betere stand in een tijd van redelijke welvaart.
We hadden nog graag het National Museum of Ireland-Archeologie bezocht, het National Wax Museum Plus, het Irish Emigration Museum, het Famina Museum, het Dublin Castle etc. etc. maar zoals we eerder schreven, ‘time was limited’. En eigenlijk willen we nu echt wel weg uit deze mallemolen. Dublin is een heel levendige stad en dat is uiteraard in dit weekend niet anders, zij het niet nóg méér. Gereden: niet met Mwenzi.
01/04 Zonnig, na de middag regen en slechts 3ºC. DE Camac-camping was handig omdat we van daaruit makkelijk naar Dublin konden en Mwenzi er veilig konden achterlaten, maar op zich stelde deze camping wel teleur. Als je ziet dat dames voor het gebruik van de haardroger in de badkamer een token moesten halen (betalen). Een eigen haardroger gebruiken gaat niet want er is daar nergens een stopcontact ! In de herentoiletten was het al niet veel beter. Losliggende WC-brillen, slechts één handdroger die dan nog niet werkte, geen zeep in de dispensers… Voor de douches, in niet verwarmde hokjes, moesten eveneens tokens gehaald worden. Wifi zou overal aanwezig zijn volgens de brochure, maar ook dat is een lachertje. Als we dit allemaal bekeken moesten we onwillekeurig denken aan het Engelse TV-feuilleton “Keeping up Appearances”. Waarschijnlijk is “Keeping up the Prices” het vervolg daarop.
Vandaag ging de reis westwaarts naar Kilbeggan, een klein dorpje met een grote …whiskey-geschiedenis ! Ja, we bezoeken weerom een whiskey distilleerderij, zij het dan eentje waar de geschiedenis van het whiskey maken van afdruipt. Het is de oudste legitieme distilleerderij in Ierland met unieke, antieke machinerie die nog werkt ook. De Kilbeggan Distillery werd in 1757 opgericht en een aantal van de oorspronkelijke gebouwen is nu ingericht als museum. De fabricatie van de Kilbeggan en de Tyrconnel whiskey’s wordt nu met meer gemoderniseerde apparatuur elders gedaan. Onder dezelfde vlag wordt ook de Connemara whiskey gemaakt, de enige Ierse ‘Peated Whiskey’(waarbij de gerst gedroogd wordt boven een turf-vuur). Tip: misschien is het al opgevallen dat we “whiskey” schrijven en niet “whisky”. Het is één van de verschillen tussen de Schotse en de Ierse godendrank; Schotse ‘Whisky’ en Ierse ‘Whiskey’. En niettegenstaande dat de Schotten de eer opeisen als eerste whisky te hebben gemaakt, is het wel een Ierse monnik die vanuit het Midden-Oosten de techniek van het distilleren naar Ierland meebracht… Pas later zouden Ierse monniken de techniek naar Schotland gebracht hebben. Het werd toen ‘Uisge beatha’, Levenswater genoemd. Door verengelsing werd dat ‘fuisce’ en dat verbasterde dan weer tot ‘whiskey’
Van Kilbeggan ging het zuid-westwaarts via Tullamore (en de Tullamore Distillery) naar Cahir. Cahir Castle is één van de prachtigst bewaarde kastelen van Ierland en een gewilde filmlocatie. Het ford werd in de 13de eeuw gebouwd. Renovaties en uitbreidingen gebeurden in de 15de en 16de eeuw. Het bezoek ervan houden we voor morgen want het was al te laat in de avond toen we toekwamen op de nabije parking waar we zullen overnachten. Gereden: 225km.
02/04 Het regende al sinds gisterenavond en voor vandaag maken we ons ook al niet te veel illusies. Ons bezoek aan het kasteel werd zeer gesmaakt. Prachtige kamers met authentiek meubilair. In één van de kamers hing een imposant gewei, vermoedelijk van een Reuzenhert, prachtig ! In een andere kamer stond een mooie maquette van het kasteel en z’n omgeving zoals het er moet hebben uitgezien tijdens een beleg in 1599. Tip: in een buitenmuur van de omwalling zit nog een kanonskogel die werd afgevuurd tijdens dat beleg, waarschijnlijk een reconstructie maar wel een leuk item om naar op zoek te gaan bij een bezoek.
De latere eigenaar van het kasteel, Richard Butler, liet in 1810, naar de geplogenheden van hun stand in die tijd, een Cottage Orné bouwen. Het was voor edelen uit die tijd een van Frankrijk overgenomen gebruik om een buitenverblijf te hebben dat aan zeer specifieke eigenschappen moest voldoen. Zo moest het onderandere op een heuvel liggen, moest stomend water van een rivier hoorbaar zijn en moest het opgaan in de omgeving. Het ontwerp is van de toen befaamde Engels architect John Nash. De plaatselijke bevolking noemde het huis al gauw de ‘Swiss Cottage’. De eigenaars gebruikten het enkel op zondagmiddag om familie en gasten te ontvangen. Noblesse Oblige ? Een bezoek aan de 4 kamers in het huis is een echte aanrader, vooral omdat in de ‘Theeroom’ nog grote delen authentiek behangpapier te zien is. Het is één van de eerste, in de Dufour fabriek in Parijs, commercieel vervaardigd behangpapier. Binnen mochten we spijtig genoeg niet fotograferen.
In de namiddag zochten we een camping op in Clogheen, om onze blog bij te werken en eens goed nat te worden… in de douche dit keer. Gereden: 19km.