Reisverhaal «Fr-Sp19-04»
Najaartrip Frankrijk - Spanje 2019
|
Spanje
|
0 Reacties
13 Oktober 2019
-
Laatste Aanpassing 23 Oktober 2019
Fr_Sp19-04
Zondag 13 oktober
We hadden het gisteren al over de massale paddenstoelenpluk die we hier in de Sierra de Albarracín zien. Maar overal zien we bordjes dat dat verboden is zonder vergunning van het bos-agentschap. Blijkbaar hebben nogal wat mensen zulke toestemming.
We rijden verder doorheen dit prachtige gebied en genieten van de vergezichten bovenop de heuvels . In Valdecuenca rijden we het kleine dorpsplein op en gaan koffie drinken aan de enige tafel buiten aan de plaatselijke “Hostal”.
Onze tocht gaat verder via Bezas tot de provinciehoofdstad Teruel waar we parkeren en de oude stad intrekken via een indrukwekkende trap. Het stadje is echter niet erg aantrekkelijk buiten enkele prachtige huizengevels in het centrum en de Plaza Major. Er zijn ook drie Moorse torens die stammen uit de 13de en 14de eeuw. Het is ook zondag en het lijkt wel of heel Spanje vandaag Teruel bezoekt. Na de lunch zoeken we Mwenzi terug op en nemen siësta. In de vooravond rijden we naar en grote parking nabij het “Dinopolis” museum waar we willen overnachten. Gereden: 61km.
Maandag 14 oktober
Teruel verlaten via de zuidelijke kant richting Torrebaja. Vandaar westelijk via Salvacañete en Cañete waar we halt houden voor koffie en wat tapa’s als lunch. We wandelen even tot het Plaza Major van dit oude stadje dat aan de voet ligt van een tot ruïne herleide Moorse vesting die uit de 10de eeuw stamt. Toch nog waarlijk indrukwekkend op de hoge heuvel achter het stadje gelegen.
We hadden dit traject uitgekozen omdat we zo aan de zuidkant komen van het natuurgebied dat we doorreden op het traject van Cuenca naar Teruel. Niet zo indrukwekkend maar toch nog mooie landschappen. Die worden weliswaar teniet gedaan door het donkere weer. We zouden nog bijna vergeten te vermelden dat het vandaag een goed stuk van de dag heeft geregend !!! Da’s (voor ons) geleden sinds half augustus ! Het land en de planten zullen tevreden zijn.
Door die omtrekkende beweging die we vandaag maken komen we ook terug in Cuenca. Da’s ook niet slecht want we willen hier nog even terug. Als we terug de stad binnenrijden, op weg naar een geschikte overnachtingsplek, zien we een winkel waar we zeker nog even naartoe willen. Maar het is pas 15u30 en de winkel opent pas terug (na de siësta) om 17u. Nog even een wandeling in het nieuwe stadsgedeelte van Cuenca (dat helemaal niet zo gezellig is) en dan duiken we de speciaalzaak van Nicolas Bermejo in. De “La Casa de Los Jamones” heeft alles wat een liefhebber van Iberische ham kan begeren. Bellota ham uit Extremadura, Cebo de Campo ham, beiden van Iberische varkens van verschillende producenten waaronder Jabugo… ’t is om van weg te dromen… Gelukkig is de parking met Mwenzi niet ver weg. Gereden: 153km.
Dinsdag 15 oktober
Vanmorgen nog even wat boodschappen gedaan, zowel in het oude als in het nieuwere gedeelte van Cuenca. Daarna vertrokken via Villar de Domingo Garcia. Onderweg heel veel velden met zonnebloemen gezien, sommige velden al geoogst, anderen met droge bloem die naar de grond keek. De CM 210 voerde ons naar Beteta in het noordelijke gedeelte van de Sierra de Cuenca, die we al een tijdje bereizen. In Beteta maken we de keuze om de oostelijke weg naar Terzaga te nemen via Peralejos de las Truchas. Het is de CM 2201 die even verder overgaat in de CM2106. Deze kleine weg staat op onze kaart met groen ingekleurde rand en da’s een goed teken. Terecht inderdaad, een prachtige route doorheen siërra’s en bossen van de Montes Universales. De Hos (kloof) de Beteta en de vallei van de Tajo als meest memorabele stukken. Boven de hoge rotsen van de verschillende kloven zien we steeds weer Vale gier vliegen maar hier verblijven ook Aasgier, Spaanse keizerarend, Oehoe en Slechtvalk, uiteraard samen met nog een hele reeks kleinere vogels.
Vanaf Terzaga komen we weer in landbouwgebied met weer heel wat zonnebloemvelden. Mooie streek toch wel. Even voor Nuévalos komen we weer in een Hoz terecht (Fos uitgesproken) waar de gieren hoogtij vieren. We eindigen deze prachtige rit in Calatayud in de deelstaat Aragon. Overnachten doen we op de plaatselijke camperplaats. Gereden: 222km.
Woensdag 16 oktober
Het traject van vandaag is er eentje om te vergeten. We reden via Ricla, over Magallon, Gallur en Tauste naar Ejea de los Caballeros. Zowel de landschappen als de dorpjes of stadjes die we passeerden hadden weinig charme. Veel wegverkeer, we zitten west van Zaragoza, een belangrijke verkeersader. We houden halt in Ejea de los Caballeros en doen een wandeling doorheen het oudere stadsdeel waar we een restaurantje opzoeken (dat troost ons altijd…). We gaan hier ook overnachten, morgen wordt het interessanter. Gereden: 126km.
Donderdag 17 oktober
We vonden gisterenavond om de hoek nog een wasserette zodat we vanmorgen nog even langer in Ejea de los Caballeros blijven.
Kort voor de middag vertrokken via Erla, vanaf waar het landschap al veel mooier en ruiger werd. Van daar over Valpalmas en Ardisa naar Ayerbe waar we stopten voor een wandeling en een lunch.
We waren aanvankelijk van plan om vandaag camping “Murillo de Gállego” aan te doen maar besloten toch nog even naar Riglos de Los Mallos te rijden. Dit gebergte (want we komen stilaan in de Pyreneeën) bezochten we 32 jaar geleden al toen we hier en in de omgeving oa Gieren kwamen fotograferen. Er is nu een informatiecentrum gebouwd maar dat is nu gesloten. De parking is echter de perfecte plek voor een overnachting, rustig en een onwaarschijnlijk uitzicht op de bergkam. Gereden: 69km.
Vrijdag 18 oktober
Vannacht en vanmorgen regende het, soms fel. Het wolkenspel tegen de rotspieken van Los Mallos en over de lager gelegen akkers en bossen was boeiend. Genot in de regen.
En inderdaad, het is weer aan het regenen maar de temperaturen blijven aangenaam, gisterenmiddag was het zelfs warm te noemen. Dit was het weer waar we aan toe waren, de regen af en toe nemen we er wel bij. Na de middag blijft het droog en is het aangenaam van temperatuur.
We reden vanmorgen eerst nog eens terug naar Ayerbe waar we dezelfde bakker opzochten als gisteren… de reden is duidelijk… lekker brood. We willen ook nog zeggen dat er, niet ver van die bakkerij een winkeltje is dat gespecialiseerd is in… paddenstoelen, echt waar. Je kan er verschillende gedroogde soorten vinden (allen eetbaar uiteraard) maar ook, al naar gelang het seizoen en de beschikbaarheid, verse, net geplukte. Wat een rijkdom is dit. Ook rijkdom aan kennisoverdracht ! Waar vind je dit nog in onze contreien ?
Na ons koffietje in de plaatselijke bar reden we naar de geplande camping in Murillo de Gállego maar die was gesloten voor het seizoen (niet volgens onze informatie dus). Dan maar naar een andere lokatie gezocht en die vonden we in het bergdorpje Agüero, een tiental kilometer van Murillo vandaan langs een doodlopende bergweg. De Camping Municipale bleek zo goed als leeg en zou het hele jaar door open zijn. Het is tevens een prachtige omgeving. Een meevaller. Nadat we Mwenzi gestald hadden zijn we het dorpje gaan bezoeken. Waarschijnlijk wonen hier maar een 70-80 tal mensen. Toch vonden we enkele Gite-achtige verblijven. Het is uiteraard een mooi wandelgebied want ook hier staan er imposante rotsformaties zoals die van Riglos ter beschikking van tientallen Gieren. Hier noemen ze dan wel de “Los Mallos de Agüero”. Gereden: 32km.
Zaterdag 19 oktober
Het is geen bewuste “return to the past” dat we nu in deze streek zijn, er zijn nog andere redenen. Maar dat kan ons er niet van weerhouden enkele plekken te vergelijken met hoe ze er meer dan 30 jaar geleden uitzagen. Soms ook totaal onherkenbaar. De weg die we berijden om Jaca te bereiken is er eentje uit de duizend (A1205). Niet de kwaliteit van de weg, want die is gewoon slecht, maar de uitzichten zijn prachtig… zouden nog mooier zijn als de lucht een beetje zou meewerken. Ter hoogte van Bernués gaan we linksaf, de A1603 op. Meteen goede wegkwaliteit, een niet al te brede bergweg met weergaloze vergezichten. Na 10km vinden we het Monasterio San Juan de la Peña. Dit wilden we toch nog eens terug zien. Hier parkeerden we zo lang geleden onze camper en beklommen, beladen met fotomateriaal, de hoge berg erachter. Daar was het een uitstekende plek om Vale gier te fotograferen terwijl die de bergwand langs vlogen. Soms kwamen ze zo dicht dat je de wind in hun vleugels hoorde, indrukwekkend. Af en toe passeerde er ook al eens een Aasgier of een Slechtvalk. Bovenop de berg staat nu een zendmast. We zagen geen enkele Gier maar misschien is er ook geen thermiek vandaag, zo grauw als alles is.
We lunchen in Jaca en rijden verder via Sabiñánigo en noordwaarts via Biescas tot Sallent de Gállego waar we Mwenzi stallen op een parking en het stadje bezoeken. We overnachten hier ook.
Opvallend vandaag is dat de herfstkleuren nu echt wel beginnen door te komen. Mooie kleuren, vooral in het gebergte. Onderweg ook verschillende stuwmeren gezien die zo goed als leeg stonden. De oude huisjes van vroeger komen weer tevoorschijn. Gereden 140km.
Zondag 20 oktober
Zondag, rustdag… vergeet het maar, reizigers zijn altijd onderweg 😜. Alsof het een last zou zijn. Nee hoor, een zaligheid.
We hadden de vorige avond al beslist om, als het zou beginnen regenen, over te stappen op een plan B. Plan A was om de Franse kant van de Pyreneeën horizontaal te bereizen zodat we de grote bergpassen (wielerliefhebbers kennen ze ook als Col’s) zouden passeren tot in St-Girons. Een prachtige rit.
Maar, niet alleen regende het, op het hoger gelegen gebergte lag de eerste sneeuw.
Het werd dus plan B. We rijden iets verder noordelijk maar nog steeds onder en evenwijdig met de grote routes tussen Pau, Tarbes en St-Gaudens. Grossomodo de departementale wegen van Rébénacq (net onder Pau) via Pontacq, Lourdes, Montgaillard en Bagnères-de-Bigorre tot Mauvezin. Daar parkeren we Mwenzi op de parking van het Chateau de Mauvezin op 520m hoogte. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de noordzijde van de Pyreneeën, al maakt het grauwe weer het zicht niet optimaal. We bezoeken het mooi gerestaureerde kasteel dat nog een uurtje open is. Het dateert van de tiende eeuw en werd vanaf 1980 gerestaureerd. Morgenvroeg misschien mooie panorama’s. Gereden 148km.
Maandag 21 oktober
Gisteren regende het regelmatig maar vandaag blijft het droog. De hemel blijft echter zwaarbewolkt. We zoeken weer de kleinere departementale wegen uit om via St-Gaudens over St-Girons naar Foix te rijden waar we de camperplaats opzoeken om er te overnachten. Kort voor St-Girons maken we echter nog halt in St-Lizier en wandelen door het oude stadsgedeelte. We vinden er een gezellige “Salon de Thee” op de Place de l’Eglise waar we lunchen.
In Foix maken we ook nog een flinke wandeling naar en doorheen het oude stadsdeel en bewonderen van beneden af het kasteel dat boven het stadje uittorent. Gereden 136km.
Dinsdag 22 oktober
Het begon met regen en het zal de hele dag blijven regenen. Dat hebben we in lang niet meegemaakt.
We bezoeken vandaag drie dorpjes, Foix hadden we ook nog graag even intenser bezocht maar het regenweer en vooral de duisternis weerhielden ons ervan (om 9u30 was het nog steeds vrij donker).
Onze eerste bestemming was Mirepoix waar we verbaast waren over de centrale plaats. Een mooie, uit het verleden bewaarde, dorpsomgeving. Het leek of we enkele eeuwen terug uit de tijdscapsule waren gestapt. Prachtige gevels, overdekte galerijen (naar onze smaak met iets te veel toeristische winkeltjes) en intieme straatjes. Het houtsnijwerk op de gevel van “La Maison des Consuls” is memorabel. We willen hier zeker nog eens terugkomen, misschien volgend jaar tijdens “La Fête du Pomme” dat hier vorig weekend plaatsvond. Op de toeristische dienst kregen we een plannetje met uitstekende info over het dorpscentrum, ook in het Engels !
Tijd om de jassen wat te laten drogen tijdens de rit naar Fanjeaux waar we Mwenzi op de camperplaats stallen. Ja, zelfs kleine dorpjes hebben hier voorzieningen voor dit soort van reizigers. Een voorbeeld voor België dat nog steeds hopeloos achterblijft (of is het achterlijk ?). De natte jassen terug aan en een wandeling doorheen het eeuwenoude kleine centrum waar we huizengevels zien die data dragen van 1790, 1702, en zelfs 1666 ! Maar, in tegenstelling tot Mirepoix, zie je het ook dat de huizen zo oud zijn. Er is hier nogal wat nood aan onderhoud en restauratie. Tijdens onze wandeling van ongeveer een half uur zagen we nauwelijks twee mensen die de straat opkwamen… + een kat of drie.
De kletsnatte jassen gingen weer de droogkast in (badkamer) en de rit ging verder naar Limoux. Daar waren we vorige reis al eens gepasseerd dus tijdens de wandeling (in de regen) naar het centrum was er niet veel nieuws te zien want vorige keer regende het eveneens…🤨.
We hadden Mwenzi op de niet erg aantrekkelijke camperplaats gezet en we zullen er ook overnachten. Mogelijk kunnen onze jassen nu voldoende drogen. Dat hopen we althans want het blijft maar regenen. Achter ons ligt de Aude, de rivier is al flink gezwollen en een kolkende massa bruine smurrie baant zich in versneld tempo een weg naar de Middellandse zee, nabij Narbonne. Gereden 87km.