Reisverhaal «Po19-06»
Portugal - restart
|
Spanje
|
0 Reacties
06 Juni 2019
-
Laatste Aanpassing 18 Juni 2019
Po19-06
Vrijdag 7 juni
Vannacht wat regen gehad, de landbouwers zijn weer wat gerustgesteld. We gaan vroeg op pad om de foto’s te maken die we gisteren niet konden maken. Maar, zoals dat gaat, hebben we pech, de hoofdstraat staat vol met auto’s en er lopen ook al heel wat mensen rond. Wat een verschil met gisteren. Dan moet het maar zo. Ook u weer vergapen we ons aan de eetbare heerlijkheden die in de vitrines uitgestald staan. In een winkeltje vinden we een aanbod aan wilde paddenstoelen, zoals Morilles. Ook de etalage van de kleine beenhouwerij spreekt boekdelen over de plaatselijke specialiteiten.
We rijden via landelijke wegeltjes tot Almazán waar we het stadje even bezoeken. Buiten het mooie grote Plaza Mayor is er niet veel animo en zelfs de plaatselijke restaurantjes kunnen ons niet boeien… We lunchen thuis en eten van de lekkere schapenkaas. Na de middag rijden we verder, met een omweg omdat we landelijke wegen willen, tot Medinaceli. Een vrij toeristisch dorpje maar het heeft een goede camperplaats, ttz, die is nu in onderhoud zodat we voorlopig terecht kunnen op een voetbalveld…vlakbij en met zicht op het dorp ! Hier hebben ze alleszins het inzicht dat als je een goede camperplaats inricht, de middenstand en horeca er wel bij varen.
Ook hier doen we nog een mooie wandeling en kijken vanaf de rand van het dorp uit over de diepe vallei aan de voet ervan. Daar beneden loopt de nieuwe autostrade richting Madrid. Hierboven is het echter rustig en stil. Er zijn wel wat toeristen maar het is kalm, geen massaal weekend-toerisme… nòg niet misschien. We besluiten alvast om ook morgen hier nog te blijven. Gereden: 106km.
Zaterdag 8 juni
We maakten vanmorgen een mooie wandeling rondom en doorheen Medinaceli. Bij een koffietje in een cafeetje besluiten we om er vandaag een rustdag van te maken. Lekker luieren in Mwenzi, wat lezen en rondkijken. Rond 13u30 lunchen in een restaurantje en nadien siësta. De laatste dagen is het wel zonnig maar niet meer drukkend warm. We hoeven ons dus ook geen zorgen meer te maken waar we Mwenzi parkeren. Het wordt, zelf volop in de zon, binnen niet warmer dan 28ºC en dat koelt snel af als we een deur openzetten.
We zagen een familie, iedereen opgekleed “op z’n zondags” met twee kinderen die, aan hùn kleding te zien, ter communie gingen in het kerkje van het Clarissenklooster hier vlakbij. Plaatselijke folklore. Gereden: 0km.
Zondag 9 juni
Even naar de bakker en een koffietje op een terrasje en Mwenzi starten. We rijden via kleine wegen richting Arcos de Jalón maar onderweg komen we in Somaén terecht, een waarlijk verborgen schoonheid. Dit kleine dorpje ligt in een vallei omgeven door steile rotsen, een canyon als het ware. Onze aandacht werd al eerst getrokken door een toren hoog boven het dorpje uit. Dat bleek een hotel te zijn en is, net als tal van huizen tegen de helling, voorzien van grote glazen ramen. Met zulke uitzichten is die keuze snel gemaakt. Mooie huizen ook, niet van de oudste maar allen in dezelfde stijl. Dat zien we tijdens onze wandeling. We vervolgen onze weg tot Santa Maria Ide Huerte waar we lunchen onder een grote schaduwrijke boom. Van daaruit nemen we weer bewust de kleine landweg die ons langs een van de prachtigste parcours leid van deze reis. We hadden deze weg uitgestippeld op onze Iphone omdat we niet over een gedetailleerde kaart beschikken en dat blijkt een voltreffer van formaat. We doen vandaag ‘slechts’ 107 kilometer maar het zijn er ongelofelijk mooie. Doorheen prachtige landbouwvelden, grote bossen met vooral Steeneik waar een opgeschrikte Ree langsheen schoot en tenslotte doorheen een onwaarschijnlijk indrukwekkende, 7 km lange canyon waar de Gieren ons om de oren vlogen. Voor liefhebbers van prachtige baantjes (waarbij we zelfs op een dag als vandaag -zondag- bijna geen verkeer tegenkwamen) geven we de route hierna mee.
De canyon eindigt nabij Jaraba waarna we nog enkele dorpjes passeren die gekleurd zijn zoals de aarde rondom, okerbruin. We beëindigen onze tocht in Nuévalos waar we een parking opzoeken achter een sporthal om te overnachten. Gereden: 107km
Aanrader parcours : Medinaceli - Somaén - Arcos de Jalón - Santa Maria Ide Huerte - Torrehermosa - Villel de Mesa - Algar de Mesa - Jaraba. Best op de kaart volgen want GPS stuurt je soms een landweg op.
Maandag 10 juni
We houden het bij de kleine wegeltjes, al zijn die niet altijd van goede kwaliteit, ze geven een prachtig beeld van de streek waar we zijn. We slingeren vandaag via Calatayud, Codos, Cariñena langs wijngaarden, kersen- amandel en olijfboomgaarden maar ook grote oppervlaktes graanteelt soms op terrassen want de streek is erg heuvelig. In nogal wat dorpjes zien we leegstand en vervallen huisjes. Na de lunch in een wegrestaurant in Cariñena rijden we tot in Fuendetodos, het dorp waar in 1746 kunstschilder Francisco Goya geboren werd. We zullen hier overnachten want het is maandag en dus zijn alle musea gesloten. Gereden: 107km.
Dinsdag 11 juni
Gisteren waren we met zonneschijn toegekomen in Goya’s geboortedorp maar al gauw trok de lucht dicht en kregen we een serieuze temperatuurdaling. Vannacht regende het en dat zou tot 18uur duren. We moesten ook even wachten met ons bezoek aan het geboortehuis en het museum want dat ging pas open om 11u. In het museum hebben we niet gefotografeerd maar gelukkig hing naast het geboortehuis, aan de ingang van een bar…, een van de belangrijkste werken van de Spaanse schilder, “La Maja”, de naakte vorm. Er bestaat ook een “geklede Maja”(La Maja Vestida), dezelfde dame maar dan gekleed. Die kunnen we niet laten zien - zie hieronder. Het was trouwens voor de afbeelding van de naakte Maja (La Maja Desnuda) dat de schilder voor de Spaanse Inquisitie moest verschijnen. In het museum kregen we enkel etsen te zien. Daarvan staan er trouwens een aantal in het museum De Reede in Antwerpen.
Van Fuendetodos reisden we tot Belchite. Daar hadden we graag wat meer tijd besteed aan een bezoek aan de ruïnes van de historische stad die tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936 tot 1939)
werd platgebombardeerd. Omwille van de regenval hebben we daar van afgezien. Het deed ons wel even denken aan het Franse Oradour sur Glane.
Verder ging het via Lecera, Albalate del Arzobispo en Andorra (Spaans dorpje) tot Alcañis waar we zullen overnachten op de camperplaats. Gereden: 110km.
La Maja is te vinden op : https://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Goya#/media/Bestand:Goya_Maja_ubrana2.jpg
Woensdag 12 juni
Een wandeling naar het oude stadsdeel leverde niet veel op, behalve dan dat ook hier de kerk nog steeds in het centrum staat, en welke dan nog ? Een gigantisch blok waar je niet naast kan kijken. Niet alleen Portugal, ook Spanje is een nog heel devoot land.
We verlaten de camperplaats rond 10u30 en rijden tot Caspe aan de Rio Ebro, één van de grote rivieren van Spanje. Het stadje kan ons weinig bekoren en we rijden verder noord-west, veelal langsheen de opgestuwde riviermeren tot Mequinenza met z’n indrukwekkend kasteel bovenop de bergrichel. Een, in de jaren ’50, flink gerestaureerd kasteel dat dateert uit de XII-eeuw. Het oude dorpje is verlaten als gevolg van de bouw van de stuwdam maar even verder “om de hoek” vinden we het nieuwe Mequinenza waarnaar de meeste inwoners in 1974 verhuisden. Hier steken we de rio Segre over, waar die samenkomt met de Rio Ebro. Even later, op de A-2414, rijden we de provincie Catalonië binnen. Dat het hier een waterrijke streek is zien we onmiddellijk aan de gewassen. De vallei staat hier letterlijk vol met fruitbomen. En ze zijn rijp. Kersen, Witbuiken, en vooral Abrikozen en Perziken. We vragen aan enkele plukkers of we ze mogen fotograferen, maar dat hebben ze liever niet. Dus nemen we maar wat opnamen van het fruit zelf dat echt hangt te wachten om gegeten te worden. In maart, als deze fruitbomen in een purperen bloei staan moet het hier een prachtig zicht geven.
Even later rijden we Aitona binnen, er heerst één en al activiteit, tractors met aanhangwagens geladen met lege en volle fruitbakken, vrachtwagens van allerlei fruitgroothandel. We zetten Mwenzi op de parking die ook dienst doet als camperplaats (er zijn water- dumpvoorzieningen) en trekken het dorp/stadje in. Muurschilderingen tekenen de activiteit van de streek. Het is 13u. en uit de fruitgroothandel gebouwen zien we mensen komen die naar huis gaan voor het middageten en de siësta. Wij nemen een dagmenu lunch in restaurant CasaConrado. We begonnen al wat te wennen aan de Spaanse menu’s maar hier was die in het Catalaans, terug Chinees voor ons… Toch superlekker gegeten. En we zagen ook dat als er geen jassen meer nodig zijn, een kapstok een heel andere functie krijgt…
Op straat zien we een dame vanuit de koffer van haar auto een bakje met Abrikozen vullen voor een andere dame en wachten even om te vragen hoeveel ze betaald wil voor een kilo. Zonder dat we de vraag kunnen stellen vult ze m’n handen met het mooie fruit. M’n protest dat ik er wil voor betalen wimpelt ze af en stopt me nog wat vruchten toe. Een omhelzing bleek voldoende… 😘
In dezelfde straat zien we tekenen van de politieke strijd die momenteel in Catalonië speelt.
Even voor 15u gaan werknemers terug de fruitgroothandel binnen, het sorteren/inpakken van de rijpe vruchten kan verdergaan. Het valt ons op dat veel mannelijke (& Spaanse) bevolking nog steeds siësta houdt. Diegenen die we naar de gebouwen van de groothandel zagen gaan leken ons eerder mensen van vreemde origine, vluchtelingen misschien ? Hopelijk vinden die hier, mede door hun arbeid, een beter bestaan.
Na ònze siësta gaan we nog een verkenning van Aitona doen, we gaan hier overnachten als laatste stop voor we morgen de grote stad Lleida doorsteken. Gereden: 91km.
Donderdag 13 juni
De rit doorheen Lleida ging vlot en eenmaal daar voorbij was de grote baan tot Seo-de-Urgel een gemakkelijke optie. We maakten een korte tussenstop in Ponts voor een koffiepauze op een zonnig terrasje. Aan het landschap te zien is duidelijk dat we de Pyreneeën naderen. De camperplaats in Seo-de-Urgel is een grote zandbak met zo goed als geen schaduw en dus hebben we Mwenzi op de nabijgelegen, geasfalteerde parking gezet. Het oude stadsdeel is vrij mooi maar wat ons verraste waren enkele delicatessen winkeltjes. We kochten er voor het avondmaal een schapenkaas die overheerlijk bleek. Alleen een goed gerijpte Brie de Meaux kan hier net aan tippen. Morgen het grote werk, de doorsteek naar Frankrijk. Gereden: 158km.
Vrijdag 14 juni
Voor een laatste keer in Spanje gaan ontbijten in een bakkerijtje. Daarna ging het in oostelijke richting via Puigcerdà om dan even verder Frankrijk binnen te rijden. Je raad het niet maar het begon te regenen. Via de D118 gaat het noordelijk, een klein baantje waar we in de bochten extra voorzichtig moesten zijn omdat die soms maar 1,5 de breedte van Mwenzi had. Prachtige weg echter. Urenlang slalom rijden… Op een gegeven moment echter, net in een bocht, hadden we een tegenligger van formaat, een vrachtwagen geladen met boomstammen op volle lengte ! Dat zulk vervoer hier door dit wegeltje komt was voor ons onvoorstelbaar, zo breed en vooral zo’ lange vracht ! Voor ons geen probleem, we zetten Mwenzi 50 meter achteruit aan de kant en wachten af. Voor ons reed echter op dat moment een Nederlandse buscamper. Het was meteen duidelijk dat de chauffeur niet fatsoenlijk achteruit kon rijden en het duurde dus een hele poos voor de vrachtwagen eindelijk kon passeren. We vonden het eigenlijk schadelijk hoe de buscamper klungelde om z’n wagen achteruit, weg van de bocht, aan de kant te zetten. We zouden eenzelfde situatie nogmaals tegenkomen, ook weer in een bocht, waarbij de Nederlandse buscamper nog erger klungelde om zich achterwaarts aan de kant te zetten. Zulke chauffeurs horen echt niet thuis in een camper en al helemaal niet in een bergpas als deze. Gelukkig konden we deze dwaas even verder voorbij rijden.
Intussen waren we al een stuk in de Gorges de l’Aude aan het rijden, met hier en daar vervaarlijk laag overhangende rotsen. Met onze hoogte van 2m90 was het dus dubbel uitkijken. Eénmaal moesten met een tegenligger van rijstrook wisselen, gelukkig was die snel van begrip.
Sinds we vanaf Matemale, de loop van de Aude volgden, zagen we die van een beekje uitgroeien tot een rivier waarnaast we, op ons dag-eindpunt op de camperplaats in Espéranza, konden gaan staan om te gaan wandelen en te overnachten. Genoeg voor vandaag. Gereden: 146km.
Zaterdag 15 juni
Een korte rit vandaag tot in Limoux waar we meteen de camperplaats opzoeken, niet ver van de Aude. We zien al onmiddellijk twee Ragondin’s (Beverratten) de rivier overzwemmen. Tussen de camperplaats, waar we een tien-tal campers tellen en de rivier, is er een groot “champs de boulle” waar een aantal Fransen hun geliefde bezigheid bedrijven.
Het stadje zelf is niet erg aantrekkelijk, het centrale plein is niet echt groot maar gezellig genoeg.
Bij de beenhouwerij kopen we wat lekkers voor vanavond en ook bij de drankwinkel halen we een lekkere fles Blanquette de Limoux, waar de streek bekend om is.
Gereden: 22km.
Zondag 16 juni
Ook weer een korte rit tot de camperplaats in Carcassonne. Die is naar onze normen met 15,44€ kostelijk maar het is een goede plek om Mwenzi te stallen. De stad is een eindje van hier verwijderd en dus laten we ons huis liever wat veiliger achter. We hadden de stad (La Cité comme on dit) ook al in november van 2017 bezocht en waren onder de indruk van de indrukwekkende ommuring. Die is er nog steeds… Maar het is nu juni en het verschil in toeristische activiteit is treffend. Het leken wel de straatjes van het Normandische Mont-Saint-Michel in augustus. En het is zondag natuurlijk, en zonnig en warm. Maar volgens een verkoopster in één van de winkeltjes valt het nu nog mee. Ze vertelde ons dat, als ze in augustus de overkant van de straat willen bereiken, ze er 10 minuten over doen… de straat is er geen 4m breed !
Maar we zijn naar hier gekomen om te kijken of en wanneer restaurant “Comte Roger” open is. Daar willen we één van de dagen Cassoulet gaan eten, het overbekende streekgerecht. Comte Roger wordt aangeprezen voor de lekkerste Cassoulet van Frankrijk. We zijn benieuwd. Maar het zal pas voor dinsdag zijn. We hebben nog wat te wassen en te plassen dus we blijven nog wat. Gereden: 28km.
Maandag 17 juni
We verhuizen vandaag naar de naastgelegen camping “La Cité”. We willen toch nog twee dagen hier blijven en ook voor de al eerder genoemde was en plas is het handiger. Niettegenstaande we onze zonnepanelen hun werk willen laten doen, vragen we toch naar een plek met schaduw. Het is, volgens omwonenden, al een hele tijd geleden dat het hier nog eens goed weer is geweest maar vandaag is het nog warmer dan gisteren. De thermometer stijgt vlot boven de 30ºC. Mwenzi in volle zon en afgesloten als we weg zijn, 45ºC willen we absoluut vermijden.
Na de middag brengen we even een bezoek aan wijnhuis “Les Jamelles” in Monze, ongeveer 15km hier vandaan. We hadden de wijn leren kennen toen we in de VS rondreisden en dus planden we dat in bij deze reis. Ja, weer onaangekondigd en deze keer hebben we pech, d’r worden geen bezoeken afgelegd omdat er aan de installaties wordt gewerkt. Daar hebben we uiteraard alle begrip voor maar we hebben toch een leuke babbel met de mevrouw die ons met het “Les Jamelles - gamma” laat kennismaken.
Nadien doen we nog wat boodschappen in het Géant grootwarenhuis en keren terug naar de camping, in de koelere schaduw. De thermometer wijst op 34ºC. Gereden: 50km.
Dinsdag 18 juni
Mwenzi verdiende echt wel een poetsbeurt (en wij ook vermoeden we) en die hebben we dan ook gegeven vanmorgen. Onze plek in de schaduw loont ook, we halen nog maxima van 33ºC binnen maar vandaag staat er een, niet koud maar toch afkoelend windje.
Na de kuis komt de beloning. De lunch bij Comte Roger was super. Chef Pierre Mesa heeft z’n best gedaan… en wij ook. De Cassoulet was heerlijk, zoals we het graag ervaren, eenvoudige gerechten, verse en lekkere ingrediënten en alles op de beste manier samengebracht. De bediening was trouwens ook perfect, vriendelijk en efficiënt. Amaaaai…🤓
De laatste dagen werd er niet veel gefotografeerd (photographer block ?). Maar voor wie beelden van Carcassonne wil zien refereren we naar onze Frankrijk-reis 2017.
Eigenlijk zit deze reis er een beetje op, Cassoulet gaan eten bij Comte Roger was het laatste item van “Must Do” op deze reis. Maar daarmee is die toch nog niet afgelopen.
Die items gaven ons een beetje richting. In Spanje echter, lieten we meer aan het toeval over. En zo ontdekten we ook juweeltjes. Misschien doen we dat nog eens in Frankrijk op weg naar huis.
Maar eerst gaan we nog op bezoek bij familie. Die wonen tussen Carcassonne en Narbonne. Daar zullen we een paar dagen verblijven voor we noordelijker trekken om nog wat vrienden te bezoeken die zich in de streek van de Ardèche ophouden. We berichten in volgend deel van de blog. Gereden: 0km.