Reisverhaal «USA 25»
Canada & Noord Amerika
|
Verenigde Staten
|
0 Reacties
29 April 2017
-
Laatste Aanpassing 06 Mei 2017
USA 25
29/04. Zonnig maar fris, we halen tot 20ºC. Na nog even een volle tank diesel getankt te hebben zijn we terug noordwaarts gereden op de NV-140 en via Denio(NV). Het ligt net onder de grens met Oregon want bij het buitenrijden van het ‘dorpje’ rij je Oregon binnen. Vandaar dus via de OR-292 tot net voorbij Fields(OR), daar de OR-202 op en noordwaarts tot Frenchglen. Daar is een klein zijwegeltje dat naar een BLM-terrein gaat. De Page Springs camping is midden een aantal riviertjes gelegen en het is een prachtige locatie. We willen hier graag een tijdje blijven want de omgeving is ronduit schitterend en we zagen ook al heel wat interessante fauna en flora. Op weg naar deze bestemming zagen we o.a. een verkeersbord met de vermelding : “Geen benzine over 179 mijl”… maar we hadden onze voorzorgen genomen. Op de weg die we volgden voor ongeveer 250km zagen we hooguit 5 andere wagens. Het leek wel niemandsland. Doch prachtige decors.
Ook veel veeteelt in enorm grote farms of ranches. In vele valleien stond ook nogal wat water, waarschijnlijk veel smeltwater want het lijkt, althans vandaag, dat de lente definitief ingezet is. Gereden: 304 km.
30/04. Zon maar met koude windstoten, toch 15ºC. Het Malheur National Wildlife Refuge (NWR) waar we sinds gisteren zijn, is één van de kroonjuwelen in het NWR-systeem en omvat bijna 757 vierkante kilometer verschillende habitat's in de hoge woestijn van Oregon. Het herbergt een grote diversiteit en grote aantallen dieren, met meer dan 320 soorten vogels en 60 soorten zoogdieren. Het is een tussenstop en rustgebied voor heel wat trekvogels. Je ziet hier op de camping dan ook heel wat ‘birders’ en andere natuurliefhebbers. Door een aantal meren en waterplassen die gevoed worden door een aantal rivieren die ook smeltwater afvoeren vanuit het Steens Mountain gebergte in het zuiden en het Blue Mountain gebergte in het noorden, nogal wat water dus. Het is broedgebied voor heel wat vogels zoals onder andere de “Sandhill Crane”, de vogel die we in New Mexico zagen overwinteren. Het gebied werd in de late jaren van 1880 bijna leeggeschoten door ‘pluimjagers’ die vogels schoten voor de mode-industrie die de pluimen gebruikten voor o.a. hoedenversiering. Een pond pluimen kostte toen meer dan een pond goud, wat uiteraard heel wat jagers naar deze plassen trok. Een aantal natuurliefhebbers trok toen aan de alarmbel met als gevolg dat President Theodore Roosevelt het gebied uitriep tot reservaat en broedgebied voor de plaatselijke vogelstand. De naam “Malheur” komt van een Frans-Canadese pelsjager, Peter Skene Ogden, die in 1826 een expeditie van de Hudson’s Bay Company naar dit gebied leidde. Meestal verwachtte de Hudson’s Bay Company van de lokale stammen dat die hun, soms grote groepen pelsjagers, van voedsel zouden voorzien maar de Paiutes stonden zelf voor een winter na een slechte zomeroogst en konden de heren pelsjagers dus ook niet helpen. Ogden noemde het gebied op zijn kaarten dan ook “Malheur”. Het grootste meer in het gebied draagt nog steeds de naam “Malheur Lake”. Gereden: 0km.
01/05. Vanmorgen een wandeling gemaakt en weer interessante vogeltjes gezien. We zagen Grote zaagbek, dezelfde soort die ook in Europa te zien is, een mooi eendenkoppel genaamd “Cinnamon Teal” (Anas cyanoptera) en, naast een aantal andere soorten die we al eerder vermeldden, de “Great Horned Owl” (Bubo virginianus). Een imposante verschijning die op een dikke zijtak rust nam, na een vermoedelijk vruchtbare nachtjacht. Even later verhuisde het prachtige dier naar een andere boom waar ie kon zitten genieten van de warme zonnestralen. Ook de “Yellowbelly Marmot” (Marmota flaviventris) gaf acte de presence. Die zagen we eerder, jaren geleden in Yellowstone NP, een leuk weerzien. Het was vanmorgen prachtig weer met veel zon maar rond vier uur trok de bewolking samen en regende het. Nog steeds die kille wind, veel minder dan gisteren maar toch genoeg om de temperatuur te temperen tot max. 16ºC. Gereden: 0km.
02/05. Zon, minder wind en tot 20ºC. We brachten vandaag een bezoek aan het VC en een aantal plassen op weg daarnaartoe. Het VC ligt in het noordelijk gedeelte van het refuge, net onder “Malheur Lake”, ongeveer op 65km hier vandaan. Het is nog niet lang terug geopend want vorig jaar nog werd het gewapenderhand ingenomen door een stel fanatieke landbouwers die vonden dat de staat niet het recht had deze landen te beheren en dat het land ‘terug’ naar de veehouders moest. Het bleken niet eens mensen van Oregon te zijn en de plaatselijke bevolking had ook geen oren naar hun eisen, net als de ordediensten uiteraard, die na een tijdje ingrepen en de bezetters overmeesterden. Eén bezetter werd daarbij neergeschoten en liet het leven.
Het refuge en het visitor center is nu terug een rustige plek. We zagen vlakbij de parking alweer een “Great Horned Owl”. Het VC bevat onder andere een overzicht van alle vogelsoorten die kunnen waargenomen worden. Je vindt er tevens info over de in vroegere tijden uitgezette en niet meer welkome Karper. Die wordt met alle middelen bestreden omdat die enorm snel voortplant en alle watervegetatie teniet doet. Dat is natuurlijk ten nadele van het oorspronkelijke visbestand en planten etende vogels. Gereden: 182km.
03/05. Zon, weinig wind en tot 22ºC. We gebruiken deze dag om te kuisen, lezen, rusten en genieten van het mooie weer en de omgeving. We hebben een ruime site (ongeveer 60m op 60m) en aan twee zijden stroomt een klein riviertje waar regelmatig wat te zien is. “Cinnamon Teal”, Canada gans en “Grote zaagbek” zijn enkele passanten. We maken straks nog even een wandeling. Gereden: 0km.
04/05. Zon, vandaag zou de warmste dag worden en dat was ook zo met na de middag regelmatig een buitje en tot 28ºC. De verswater-tank van Mwenzi was vandaag aan de beurt. Die moest nog eens gereinigd en gespoeld worden. Er zat niet zo veel water meer in en dat maakt het makkelijker en wordt er ook minder water verspild. Verder hebben we nog een wandeling gemaakt en hebben gezien dat de drie jonge uiltjes van het koppel “Great Horned Owl” uitgevlogen waren. De afgelopen dagen kwamen ze al eens uit het nest op een tak gekropen en flapperden met hun vleugels maar nu bleek de grote dag aangebroken te zijn. Eén van de oudervogels had postgevat op een rots, 100m ver van de nestboom en riep de jongen regelmatig aan. Toen ze allemaal aan de voet van de rots aankwamen begon het klauterwerk pas goed want vliegen zat er blijkbaar nog niet in. Om bij de oudervogel te komen moest nog flink geklauterd worden. We zijn uiteraard niet blijven kijken om te zien hoe het afliep want het werd al laat. (We zijn ’s anderdaags nog even terug naar de plek gegaan maar er was geen enkele dier meer te zien… het gaat hen wel.)
Na het avondeten buiten zagen we in het riviertje in de verte een Bever komen aanzwemmen. We hebben ons kort van de kant gezet en gewacht tot ie ons passeerde. Prachtig was dat, zo’n enorm dier dat moeiteloos voorbij zwemt. Gereden: 0km.
05/05. Zwaar bewolkt en drukkend weer, tot 25ºC. Verplaatsingsdag vandaag. We rijden noordwaarts tot Burns en dan de US-20 op richting Vale en de grens met Idaho. Buiten het boodschappen doen hebben we bijna de hele dag gereden. Een aanrader trouwens, de US-20, het is de langste weg die door de USA loopt. Van Boston tot de kust van Oregon over 5415km. Waar de Route 66 met z’n bijna 4000km, “The Mother Road” wordt genoemd, is de US-20 de “Big Daddy”. Mooie landschappen ook. Dat verandert pas als we de grens met Idaho naderen. Veel landbouw, fruit- en wijnteelt. Voorbij Nampa(ID) Idaho hebben we wat moeite om een geschikt RV park te vinden maar uiteindelijk vonden we in Caldwell het Canyon Springs RV Resort waar we wat op adem kunnen komen en morgen de was kunnen doen en de blog bijwerken. Gereden 446km.
Fotoalbums van Verenigde Staten